Presente perfecto / gerundio / futuro

Presente perfecto / gerundio / futuro
1 / 14
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slide.

Items in this lesson

Presente perfecto / gerundio / futuro

Slide 1 - Slide

Vertaal de zin: ¿Qué está haciendo la chica?

Slide 2 - Open question

Vertaal de zin: Juan está nadando.

Slide 3 - Open question

Vertaal de zin: Os gusta hacer deporte.

Slide 4 - Open question

Vertaal de zin: Duermo en el camping

Slide 5 - Open question

Vertaal de zin: Mi amiga y yo vamos a correr

Slide 6 - Open question

Vertaal de zin: Hemos pagado la cuenta

Slide 7 - Open question

Vertaal de zin: Ik ben aan het voetballen

Slide 8 - Open question

Vertaal de zin: Hij heeft nieuwe kleren besteld

Slide 9 - Open question

Vertaal de zin: De mannen gaan zwemmen

Slide 10 - Open question

Vertaal de zin: Zij heeft de pasta opgegeten (comerse = opeten)

Slide 11 - Open question

Vertaal de zin: Jullie hebben je gewassen (lavarse = zich wassen)

Slide 12 - Open question

Vertaal de zin: Ik ga me aankleden (vestirse = zich aankleden)

Slide 13 - Open question

Vertaal de zin: Wij gaan thuisblijven (quedarse = blijven)

Slide 14 - Open question