‹Return to search

Les 8: examenidioom + herhaling grammatica

Examenidioom
1. El pelo    la espalda
2. Los ojos     la rodilla    el codo la cadera
3. La boca
4. El hombro
5. el dedo
6. El estómago
7. Los pies
8. La nariz
9. La oreja
10. La garganta
11. El brazo
12. La mano
13. El pie
14. la cabeza

Examenidioom
1. el pelo
het haar
2. los ojos
de ogen
3. la boca
de mond
4. el hombro
de schouder
5. el dedo
de vinger
6. el estómago
de buik
7. el pie
de voet
8. la nariz
het neus
9. la oreja
het oor
10. la garganta
de nek
11. el brazo
de arm
12. la mano
de hand
13. la pierna
het been
14. la cabeza
het hoofd
15. la espalda
de rug
16. la rodilla
de knie
17. el codo
de elleboog
18. la cadera
de heup
19. Los dedos del pie
de tenen
pagina 7
1 / 18
next
Slide 1: Slide
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Examenidioom
1. El pelo    la espalda
2. Los ojos     la rodilla    el codo la cadera
3. La boca
4. El hombro
5. el dedo
6. El estómago
7. Los pies
8. La nariz
9. La oreja
10. La garganta
11. El brazo
12. La mano
13. El pie
14. la cabeza

Examenidioom
1. el pelo
het haar
2. los ojos
de ogen
3. la boca
de mond
4. el hombro
de schouder
5. el dedo
de vinger
6. el estómago
de buik
7. el pie
de voet
8. la nariz
het neus
9. la oreja
het oor
10. la garganta
de nek
11. el brazo
de arm
12. la mano
de hand
13. la pierna
het been
14. la cabeza
het hoofd
15. la espalda
de rug
16. la rodilla
de knie
17. el codo
de elleboog
18. la cadera
de heup
19. Los dedos del pie
de tenen
pagina 7

Slide 1 - Slide

aprenderespanol.org

Slide 2 - Link

aprenderespanol.org

Slide 3 - Link

Los verbos reflexivos
pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.
De wederkerende werkwoorden

Slide 4 - Slide

Los verbos reflexivos
Het zijn gewoon werkwoorden zoals je ze al kent +se. (verbo + se/ ww + zich) 
Het stukje se dien je dus nog extra te vervoegen.
Los verbos reflexivos
pagina 13
Je kan de uitleg pagina 13.

Slide 5 - Slide

Vervoeg de wederkerende werkwoorden in het tegenwoordige tijd

Slide 6 - Slide

Subjuntivo
pagina 31
Je kan de uitleg pagina 31.
De aanvoegende wijs

Slide 7 - Slide

aprenderespanol.org

Slide 8 - Link

aprenderespanol.org

Slide 9 - Link

aprenderespanol.org

Slide 10 - Link

Gerundio


  • Wat is de gerundio?
  • Vorm
  • Onregelmatige vormen
pagina 45
Je kan de uitleg pagina 45.

Slide 11 - Slide

La madre está andando
Los chicos están jugando
El niño esta nadando
Los niños están hablando

Slide 12 - Drag question

¿Que están haciendo
en la playa?
A
los chicos están nadando
B
los chicos están jugando
C
los chicos están hablando
D
los chicos están andando

Slide 13 - Quiz

Vertaal de zin naar het Spaans. Gebruik het Gerundio:
Zij is aan het lopen.

Slide 14 - Open question

www.spanishunicorn.com

Slide 15 - Link

1) ¡Los verbos reflexivos!
Ejemplos: despertarse (wakker worden), acostarse (naar bed gaan), vestirse (zich aankleden), levantarse (opstaan), lavarse (zich wassen), ducharse (zich douchen), ponerse (aantrekken)

Slide 16 - Slide

Yo __________________ (wakker worden) a las 8 de la mañana.
A
levantarme
B
levanto
C
me levanto
D
me levantar

Slide 17 - Quiz

Ellas ______________ (naar bed gaan) a las once.
A
se acostan
B
se acuestan
C
les acuestan
D
se acuesta

Slide 18 - Quiz

More lessons like this

3e jaars cohort 2018-2019 semana 3.2

- Lesson with 12 slides

Les 3: Herhaling wederkerende werkwoorden + bron C

- Lesson with 25 slides
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Les 2: Wederkerende werkwoorden + bron B

- Lesson with 20 slides
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Lección 3: Herhaling wederkerende werkwoorden + bron C

- Lesson with 38 slides
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Les 2: Wederkerende werkwoorden + bron B

- Lesson with 18 slides
SpaansVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

Verbos Reflexivos H4

- Lesson with 16 slides
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

SPA A3A 2021-11-02 DI

- Lesson with 15 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

SEMANA 45 - NÚMEROS ORDINALES, HAY QUE, LA HORA Y VERBOS REFLEXIVOS

- Lesson with 30 slides
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3