Instructieles: Bondgenoten tegenover elkaar 2

Hoofdstuk 4: De Koude Oorlog
paragraaf 1: Bondgenoten tegenover elkaar
1 / 20
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Hoofdstuk 4: De Koude Oorlog
paragraaf 1: Bondgenoten tegenover elkaar

Slide 1 - Slide

Terugblik met aanvulling

Slide 2 - Slide

Tijdens WOII waren de Verenigde Staten (VS) en de Sovjet-Unie (SU) bondgenoten geweest.
Maar er waren grote tegenstellingen tussen deze twee landen. 
Toen de vijand verslagen was kwamen de twee grootmachten lijnrecht tegenover elkaar te staan.
Tegenstelling tussen Oost en West

Slide 3 - Slide

Er ontstonden twee blokken: het communistische Oostblok o.l.v. de SU en het Westen o.l.v. de VS. 

Het Westen was democratische en kapitalistisch, het Oostblok was een communistische dictatuur.

Door de blokvorming onstond een ingewikkelde ruzie die zich tussen 1945-1989 heeft afgespeeld. Er is nooit echte oorlog is uitgebroken tussen de twee supermachten, de SU en de VS,  vandaar de naam Koude Oorlog.

In Duitsland en met name de hoofdstad Berlijn werd de strijd heel zichtbaar.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

De conferentie van Jalta (februari 1945)

Slide 6 - Slide

Conferentie van Jalta (afspraken) (1)
  • Oprichting van de Verenigde Naties (VN)

  • Democratische (door het volk gekozen) regeringen in Europa

  • Stalin wordt bondgenoot in de oorlog tegen Japan

  • Straffen van oorlogsmisdadigers


Slide 7 - Slide

Conferentie van Jalta (afspraken) (2)

  • Denazificatie en democratiseren van Duitsland

  • Invloedssferen?

  • Bezettingszones: Duitsland en Berlijn worden verdeeld in 4 zones

Slide 8 - Slide




Franklin Delano Roosevelt
President van de Verenigde Staten
Jozef Stalin
Leider van de Sovjet-Unie
Winston Churchill
Minister-President van Groot-Brittannië
Groeiend wantrouwen tijdens de conferenties
- Stalin en Truman kennen elkaar niet goed.
- VS hebben ineens atoombom > Stalin boos.
- Churchill speech: Iron Curtain. Vrije Westen en dictatoriale en communistische Oosten.

Slide 9 - Slide

blokkade van Berlijn

Gedaan na invoering van de D-Mark door de westelijke bezettingszones. Stalin was woedend omdat het zonder overleg was gedaan.

Slide 10 - Slide

Het westen reageert met een luchtbrug!

Slide 11 - Slide

Trumanleer en ...........?

  • Enorme oorlogsschade Europa
  • Tijdens periode van armoede is communisme aantrekkelijk idee
  • VS: Trumanleer 
  • Marshallhulp → economische hulp aan naoorlogs Europa.

Trumanleer: Idee dat de VS mogen ingrijpen zodra een land communistisch dreigt te worden

Slide 12 - Slide

Amerikaanse buitenlandse politiek na 1945

  • Beschermen van vrijheid en democratie (Trumanleer)
=
  • Voorkomen dat meer landen communistisch worden (Containmentpolitiek)

  • Actief helpen bij de wederopbouw van Europa (Marshallplan)

  • Vergeet dit ook niet: met het Marshallplan wilden de Amerikanen ook voorkomen dat Europa voor het communisme zou kiezen.

Slide 13 - Slide

EGKS
  • 1951;
  • Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal.
  • Productie van kolen en staal samen regelen.
  • Benelux, Frankrijk, West-Duitsland en Italië. 

Slide 14 - Slide

EGKS
  • De oprichting van de EGKS moest ook een eind maken aan de eeuwenoude strijd tussen Frankrijk en Duitsland.
  • Economische voordelen door oprichting EGKS 

Slide 15 - Slide

Duitsland werd na de Tweede Wereldoorlog verdeeld. Waarom hebben de winnaars dat gedaan?
A
Dat wilde Duitsland zelf
B
Duitsland als één groot land was te sterk
C
De Sovjet-Unie heeft veel soldaten verloren en verdiende land erbij
D
De Verenigde Staten wilden een stuk grond in Europa hebben

Slide 16 - Quiz

DE BRD was communistisch
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quiz

Wat is de Marshallhulp?
A
Hulp aan arme kinderen in Afrika
B
Hulp van de VS aan Europa na de 2e wereldoorlog.
C
Hulp voor militairen
D
Hulp voor de SU tijdens de Koude Oorlog.

Slide 18 - Quiz

Waarom werd de EGKS opgericht?

Slide 19 - Open question

Controlevragen
  1. Wie waren 'de grote drie'?
  2. Waarom groeiden de wantrouw tussen de VS en SU?
  3. Wat was de Trumanleer?
  4.  Wat was de Marshallhulp?
  5. Waarom mochten landen in het oostblok geen Marshallhulp aannemen?
  6. Waar staat de afkorting EGKS voor?
  7. Welke 6 landen horen bij de EGKS?

Slide 20 - Slide