paragraaf 5.1 Tijd

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Hoofdstuk 5

Paragraaf 5.1:     "Tijd"

Leerdoelen:

4. Ik kan van uren naar minuten omrekenen en minuten naar seconden omrekenen en rekenen met dagen, weken en maanden

5. Ik kan digitale tijd omrekenen naar het aantal minuten en seconden

6. Ik kan het verschil tussen twee tijden berekenen

Hoeveel weken zitten er in een jaar?

1. 36
2. 42
3. 52
4. 51

Hoeveel minuten zitten er in een uur?

1. 40
2. 30
3. 60
4. 45

Hoe kom ik van uren naar seconden?

1. x 60
2. : 60
3. x 360
4. x 3600

Uitleg

• Omrekenen tijd: uren, minuten, seconden

• Omrekenen digitale tijd naar analoge tijd

• Tijden bij elkaar optellen en het verschil berekenen

Reken de volgende tijden om:

3,6 uur = ....... seconden
2:45 min = seconden
1:34:32 = ...... seconden

Geef antwoord op de volgende vragen:

1:02:34,23 + 2:03:32,13 = ...............
3:45:21,22 - 1:23:14,11 = ..............

Verwerking

Ga nu aan de slag met de opdrachten die je moet maken volgens je persoonlijke document. Heb je nog vragen of had je veel niet goed beantwoord bij de herhalingsvraag, oefen dan nog even mee met mij voor in de klas.

Afsluiting:

Heb jij de leerdoelen voor jezelf behaald?

4. Ik kan van uren naar minuten omrekenen en minuten naar seconden omrekenen en rekenen met dagen, weken en maanden

5. Ik kan digitale tijd omrekenen naar het aantal minuten en seconden

6. Ik kan het verschil tussen twee tijden berekenen

Welk leerdoel heb jij voor jezelf behaald?

1. 1
2. 2
3. 3