les 19

Weekendpraatje
  
Terugblik

Lesdoel

Uitleg werkwoorden herkennen

Aan de slag!

Huiswerk en planning

Pluspunten en Kluspunten
1 / 25
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Weekendpraatje
  
Terugblik

Lesdoel

Uitleg werkwoorden herkennen

Aan de slag!

Huiswerk en planning

Pluspunten en Kluspunten

Slide 1 - Slide

Hoe was jullie weekend?
Hoe was je weekend?

Slide 2 - Slide

                                      Terugblik




Zelfstan
dig naamwoord en bijvoeglijke naamwoorden

Slide 3 - Slide


Benoem het onderstreepte woord:
De houten lepel wordt bij ons thuis vaak gebruikt.

- lidwoord

- zelfstandig naamwoord

- werkwoord

- bijvoeglijk naamwoord

- voorzetsel

A
bijvoeglijk naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 4 - Quiz


Benoem het onderstreepte woord:
De nieuwe lepel wordt bij ons thuis vaak gebruikt.

- lidwoord

- zelfstandig naamwoord

- werkwoord

- bijvoeglijk naamwoord

- voorzetsel

A
bijvoeglijk naamwoord
B
stoffelijk bijvoeglijk naamwoord

Slide 5 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Je moet ook nooit cola drinken bij de computer.
A
Zelfstandig naamwoord
B
Lidwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Gelukkig mag ik straks weer naar huis.  
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 7 - Quiz


Ik heb hele goede cijfers op mijn rapport!  
A
Lidwoord
B
Zelfstandig naamwoord
C
Bijvoeglijk naamwoord

Slide 8 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
De bakker heeft verschillende broden gebakken.
A
Bijvoeglijk naamwoord
B
Lidwoord
C
Zelfstandig naamwoord

Slide 9 - Quiz


Kies de juiste woordsoort.
Ik heb gisteren drie hoofdstukken in mijn boek gelezen!
A
Lidwoord
B
Bijvoeglijk naamwoord
C
Zelfstandig naamwoord

Slide 10 - Quiz

Slide 11 - Slide

Lesdoelen

Je leert hoe je werkwoordsvormen herkent in een zin 

Slide 12 - Slide

Startopdracht
Schrijf een zin van minimaal 7 woorden op in de verleden tijd.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

 voltooid of onvoltooid deelwoord?
Voltooid deelwoord
het is al gebeurd
De deur is geverfd.
Onvoltooid deelwoord
het is nog gaande
Marie reist zeilend de wereld over.

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Zelfstandig werken
Wat?
- Eerst les 5 opdracht 1 a t/m d, 2, 3, 10t/m 12 afmaken
- Les 19 maken opdracht 1 t/m 9  blz. 42 en 43
Hoe?
Lees de theorie op blz. 42 goed door.
Klaar?
Ga stillezen
Tijd?
30 minuten. Daarna klassikaal nabespreken.

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Huiswerk + plannen
Huiswerk voor woensdag  27 september, 6e uur
Afmaken les 19 opdr. 1 t/m 9 op blz. 42 en 43.

Hak je huiswerk in stukjes en verdeel
over de dagen vóórdat het af moet zijn




Slide 25 - Slide