2BC 02062021

Welkom!
Raad de handicap van deze man (die Mount Everest beklom).
1 / 13
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom!
Raad de handicap van deze man (die Mount Everest beklom).

Slide 1 - Slide

Lesdoelen/agenda
 Lesdoelen:
    • Bijvoeglijk naamwoorden herkennen
      • Verwijswoorden op de goede manier gebruiken
      Agenda:
    • Nakijken/quizje
      • Uitleg verwijswoorden
    • Aan de slag
    • Afsluiten

    Slide 2 - Slide

    Wat is de juiste spelling van het werkwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord?

    (bekladden) De ......... buitenmuur.
    A
    bekladde
    B
    bekladden
    C
    bekladen
    D
    bekladden

    Slide 3 - Quiz

    Het bijvoeglijk naamwoord van een werkwoord baseer je op welke werkwoordsvorm?
    A
    persoonvorm
    B
    infinitief
    C
    onvoltooid deelwoord
    D
    voltooid deelwoord

    Slide 4 - Quiz

    Werkwoorden kunnen gebruikt worden als bijvoeglijk naamwoord.
    A
    waar
    B
    niet waar
    C
    soms
    D
    kweenie

    Slide 5 - Quiz

    Maak van het werkwoord een bijvoeglijk naamwoord: vergroten
    A
    vergrotte
    B
    vergrote
    C
    vergrootte
    D
    vergroote

    Slide 6 - Quiz


    Benoem het onderstreepte woord:
    De houten lepel wordt bij ons thuis vaak gebruikt.

    - lidwoord

    - zelfstandig naamwoord

    - werkwoord

    - bijvoeglijk naamwoord

    - voorzetsel

    A
    bijvoeglijk naamwoord
    B
    stoffelijk bijvoeglijk naamwoord
    C
    zelfst. nw
    D
    lidwoord

    Slide 7 - Quiz

    Wat is de juiste spelling van het werkwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord?
    (breken) Het ......... been.
    Kies het goede antwoord.
    A
    gebreken
    B
    gebroke
    C
    gebroken
    D
    gebrooken

    Slide 8 - Quiz

    Wat is de juiste spelling van het werkwoord gebruikt als bijvoeglijk naamwoord?
    (bekladden) De ......... buitenmuur.
    A
    bekladde
    B
    bekladden
    C
    bekladen
    D
    bekladden

    Slide 9 - Quiz

    Noteer het bijvoeglijk naamwoord dat je van het werkwoord kunt maken.

    Volgens de Consumentenbond is deze tent de beste van alle ... (testen) tenten.
    A
    geteste
    B
    getesten
    C
    getestte
    D
    getestetestetn

    Slide 10 - Quiz

    Verwijswoorden (blz. 148)
    Bezit                       of                             geen bezit
    mijn                                                               mij/me
    jouw                                                               jou
     je                                                                     je
    Voorbeeld: 
    Het is mijn tas.                               De tas is van mij.
     

    Slide 11 - Slide

    Huis/leswerk!
    Maken:

    Vanaf blz. 148:
    Opdracht 1, 2 en 3.

    Slide 12 - Slide

    Lesdoelen gehaald?

      • Bijvoeglijk naamwoorden herkennen

      • Verwijswoorden op de goede manier gebruiken
      Vragen?

      m.marinus@cvo-nf.nl

      Tot de volgende!

      Slide 13 - Slide