H2L9 - 1VMA - Vrijdag 1 december - 2.7 Grammatica - Zelfstandig naamwoord, lidwoord en werkwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo k, g, t
• Leerjaar 1

Welkom 1VMA

 : )

Planning van uur 

• Stillezen (10 minuten)
• Uitleg grammatica
  

• Zelfstandig werken

Aan het einde van deze les

• heb je geleerd wat een woordsoort is;
• heb je geleerd wat een zelfstandig naamwoord en een lidwoord is. 

Toetsen en opdrachten die eraan komen:

• SO Grammatica hoofdstuk 1 en hoofdstuk 2 (week voor de kerstvakantie)
  
• Repetitie hoofdstuk 2 (toetsweek)
  
• Boekopdracht 2: profiel (vrijdag 16 februari)

Huiswerk bespreken

Wat	Huiswerk bespreken (opdracht 15 en 16 van 2.5 Woorden)
Hoe	Klassikaal
Hulp	Steek je vinger op als je een vraag hebt
Tijd	Ongeveer vijf minuten
Uitkomst	Deze leerstof komt terug op de repetitie
Klaar	Hierna gaan we verder met de les

Grammatica

Zinsdelen	Woordsoorten
Persoonsvorm, onderwerp, etcetera	Zelfstandig naamwoord, lidwoord, etcetera
Zin in stukjes hakken (zinsdelen) en die stukjes een naam geven	Elk woord een naam geven

Woordsoorten

Elk woord hoort bij een bepaalde woordsoort

Zelfstandig naamwoord

• Mens
• Dier 
• Plant
• Ding 
• (Plaats)namen
• Begrippen

Je kunt zelfstandig naamwoorden (vaak, niet altijd):

- in het meervoud zetten

- verkleinen

Je kunt voor een zelfstandig naamwoord meestal een lidwoord zetten. 

Schrijf alle zelfstandige naamwoorden op uit deze zin:

Een man heeft het boek gepakt.

Schrijf alle zelfstandige naamwoorden op uit deze zin:

In de sporthal van Hardinxveld is gisteren ruzie uitgebroken.

Lidwoord

• De, het, een
  
  
• Een lidwoord staat nooit alleen 
• Het lidwoord staat altijd bij het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort
  
  
• De, het: bepaalde lidwoorden (duidelijk wat of wie je precies bedoelt) 
• Een: onbepaald lidwoord (niet duidelijk wat of wie je precies bedoelt) 

Let op: 

'Het' is niet altijd een lidwoord 

'Een' is niet altijd een lidwoord

Schrijf alle lidwoorden op uit deze zin:

Een man heeft het boek gepakt.

Schrijf alle lidwoorden op uit deze zin:

Eén van de mensen heeft het boek gepakt.

Schrijf alle lidwoorden op uit deze zinnen:

Er is een misdaad gepleegd.
Eén van de verdachten heeft het gedaan.

Schrijf alle lidwoorden op uit deze zinnen:

Het regent, het regent, de pannetjes worden nat.

                   Individueel werken 

Wat	Lees de leertekst 'Zin, woord, woordsoort' (bladzijde 155) en 'Zelfstandig naamwoord' (bladzijde 156) en 'Lidwoord' (bladzijde 157) Maak opdracht 1 t/m 9 van 2.7 Grammatica
Hoe	Eerst vijf minuten in stilte. Gaat dat goed? Dan rustig overleggen.
Hulp	Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna: docent
Tijd	Tot het einde van de les
Uitkomst	Dit komt terug op de SO en de repetitie
Klaar	Lees in je leesboek

Samenvatting van de les

Jij

• hebt geleerd wat een woordsoort is;
• hebt geleerd wat een zelfstandig naamwoord en een lidwoord is.

Huiswerk

• Lees de leertekst 'Zin, woord, woordsoort' (bladzijde 155) en 'Zelfstandig naamwoord' (bladzijde 156) en 'Lidwoord' (bladzijde 157)
• Maak opdracht 1 t/m 9 van 2.7 Grammatica