Week 30, 2M Kapitel 4 Grammatik B

Planung
Grammatik: het voltooid deelwoord

Hausaufgaben kontrollieren / Theorie anwenden

Wortschatz
Donnerstag 4. April 2024
Herzlich Willkommen!
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Planung
Grammatik: het voltooid deelwoord

Hausaufgaben kontrollieren / Theorie anwenden

Wortschatz
Donnerstag 4. April 2024
Herzlich Willkommen!

Slide 1 - Slide

Denke nochmal an.....
  • Jassen aan de kapstok of in je kluisje
  • Geen pet, capuchon, muts en oortjes
  • Niet naar het toilet
  • Telefoon in bak of in je kluis
  • Boek en laptop meenemen
  • Niet eten in het lokaal

Slide 2 - Slide

Machen:

Aufgabe 19 bis zum 24, Ab Seite 114 (Ich kontrolliere es)

Slide 3 - Slide

Wiederholung Grammatik + voltooid deelwoord

Lernziel:
Je kunt werkwoorden in de tegenwoordige tijd gebruiken.

Slide 4 - Slide

1. de stam van het werkwoord
Om een werkwoord te kunnen vervoegen moet je zijn stam vinden.
De stam van het werkwoord vind je door -en weg te halen van het hele werkwoord.
Dus: stam = hele werkwoord - en
voorbeeld: stam van wohnen = wohn

Slide 5 - Slide

2. de persoonlijke voornaamwoorden en de uitgangen
ich                 stam + e
du                  stam + st
er/ sie/ es   stam + t
wir                 stam + en  
ihr                  stam + t
sie/Sie         stam + en  

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Hausaufgaben
Aufgabe 19 bis zum 24, Ab Seite 114 
(Ich kontrolliere es)

Wir starten mit Aufgabe 19

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Aufgabe 22

  1. vermissen                Wir vermissen unseren Kater Mirko.
  2. brauchen                  Braucht ihr noch Heu für die Schafe?
  3. wünschen                Mara wünscht sich eine Vogelspinne.
  4. holen                       Ich hole noch schnell Stroh für mein                                      Pferd.
  5. sagen                      Sagst du mir Bescheid, wenn der Hund                                  raus muss?


Slide 10 - Slide

Aufgabe 24

  1. Die Ärztin streichelt den Affen.
  2. Was macht dein Hund den ganzen Tag?
  3. Unsere Katzen spielen gerne mit dem Hund.
  4. Der Fisch schwimmt an der Scheibe hin und her.
  5. Ich schreibe einen Aufsatz über mein Lieblingstier.
  6. Gehst du mit der ganzen Familie zum Wildpark?

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Voltooid deelwoord
Lernziel:
Je kunt het voltooid deelwoord gebruiken.

Slide 13 - Slide

Het voltooid deelwoord
Bij de meeste werkwoorden maak je het voltooid deelwoord als volgt:
ge + stam + t
Bijvoorbeeld: ge + spiel + t = gespielt
                                ge + wohn + t = gewohnt

Nooit +d aan het eind!!

Slide 14 - Slide

Aufgabe 25
timer
2:30

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Hausaufgaben kontrollieren / Theorie anwenden

Je hebt gemaakt Aufgabe 18 bis zum 24

Als je niet aan de beurt bent voor de controle ga je aan de slag met Aufgabe 25,26, 27 und 28. Noteer bij 28 de vertaling van de woorden die tussen haakjes staan. Je moet het gesprek kunnen voeren! Als je klaar bent ga je slim stampen.
timer
15:00

Slide 19 - Slide

Hausaufgaben
Lernen:
Lernliste N-D, Lernliste D-N
Grammatik
Machen:
Aufgabe 25 bis zum 28
(Bij 28 moet je het gesprek kunnen voeren)

Slide 20 - Slide

Ga naar: play.blooket.com

Slide 21 - Slide