toets Hoofdstuk 3.1 t/m 3.8 werken als keukenassistent

• Horeca
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

toets werken als keukenassistent

Welke instantie controleert levensmiddelenbedrijven op voedselveiligheid?

1. KNJV
2. NVWA
3. KNS
4. ANWB

Waarom wordt er in de horeca gewerkt volgens de HACCP en Hygiënecode

1. Om er voor te zorgen dat voedsel veilig is.
2. Omdat de baas dat wil
3. Omdat het makkelijker samenwerkt
4. Om het eten er netjes verzorgd uit te laten zien

Welke taak moet Aurek
vandaag nog uitvoeren?

1. Ramen zemen
2. Vloer restaurant dweilen
3. Stoelen afnemen
4. Bar schoonmaken

Kijk naar het plaatje.

Wat is hier een gevaar voor de veiligheid?

1. het vuur
2. Een hete pan vasthouden zonder ovenwanten
3. een vies fornuis
4. een lege pan op het fornuis met het vuur aan

Wat wordt er bedoeld met bedrijfshygiëne?

1. Verzorging van lichaam en kleding
2. Verzorging van werkplek en werkomgeving
3. Rekening houden met collega's
4. Verzorging van grondstoffen en producten

Wat is het?
Een vlieg is een ........

1. micro-organisme
2. macro-organisme

Welk schoonmaakmiddel kun je gebruiken voor de handafwas?

1. schuurmiddel
2. afwasmiddel
3. allesreiniger
4. ontvetter

Als je dit symbool ziet staan op een schoonmaakmiddel, waar moet je
dan op letten bij het gebruik?

1. handschoenen gebruiken
2. niet mengen met andere schoonmaakmiddelen
3. niet buiten gebruiken, omdat het slecht is voor het milieu
4. niet inademen of op de huid laten komen

Wat is reinigen?

1. het schoonmaken van iets
2. het desinfecteren van iets

Wat is de juiste volgorde van schoonmaken?

1. maak de werkplek schoon met een schoonmaakmiddel, verwijder los vuil, reinig de werkplek
2. verwijder los vuil, maak de werkplek schoon met een schoonmaakmiddel, reinig de werkplek
3. reinig de werkplek, verwijder los vuil, maak de werkplek schoon met een schoonmaakmiddel
4. maak de werkplek schoon met een schoonmaakmiddel, reinig de werkplek, verwijder los vuil

Waarom is persoonlijke hygiëne belangrijk?

1. Het voorkomt dat jij eten of een werkruimte besmet .
2. Persoonlijke hygiëne maakt je minder vatbaar voor ziektes.
3. Zeep beschermt je huid tegen het binnendringen van gevaarlijke stoffen.

Wat hoort niet bij persoonlijke hygiëne?

1. Haren vast, nagels verzorgd.
2. Sieraden af en persoonlijke spullen in de kluis.
3. Witte kokskleding en zwarte kleding in de bediening.
4. Frisse lichaamsgeur en niet te veel make up.

Handen wassen

Zet de stappen op de juiste volgorde

1.

2.

3.

4.

5.

6.

7.

8.

Handen nat maken

handen inzepen

Tussen de vingers wassen

Nagels schoonmaken

Polsen wassen

Handen afspoelen

Handen afdrogen

Handen desinfecteren

Wanneer moeten je handen wassen?
Kies de juiste antwoorden.

1. Nadat je naar de wc bent geweest. na niezen en hoesten na werken met rauwe producten na werk waarbij je vies kunt worden
2. Nadat je in het restaurant ben geweest Voor je niest Nadat je naar de wc ben geweest
3. Voordat je fruit gaat eten. Na werk waar je vies bij kunt worden Na niezen en hoesten Voor je iemand een hand geeft
4. Als je van buiten naar binnen gaat Als je op de wc bent gaan poepen (bij plassen hoeft dit niet) Na niezen of hoesten

Welk antwoord over wondverzorging staat op de juiste volgorde?

1. 1. droog deppen met papier 2. wondje afspoelen 3. blauwe pleister plakken 4. besmet materiaal afwassen
2. 1. besmet materiaal afwassen 2. wondje afspoelen 3. blauwe pleister plakken 4. droog deppen met papier.
3. 1. wondje afspoelen 2. droog deppen met papier 3. blauwe pleister plakken 4. besmet materiaal afwassen
4. 1. wondje afspoelen 2. blauwe pleister plakken 3. besmet materiaal afwassen 4. droog deppen met papier

Wat kun je doen om de verspreiding van de E.coli-bacterie te voorkomen?

1. je handen wassen nadat je naar het toilet bent gegaan
2. een schone snijplank gebruiken

Wat is kruisbesmetting?

1. de verspreiding van bacteriën van het ene product naar het andere.
2. het ziek worden van het eten van besmet voedsel.

Welke maatregel helpt niet tegen kruisbesmetting?

1. handen wassen bij het gebruik van een nieuw product
2. alles afgedekt en in bakken bewaren
3. de rand van een bord schoonvegen met een doek
4. schoon materiaal gebruiken voor ieder nieuw product

Welke snijplank hoort bij welk product?

Groente en fruit

kip en gevogelte

gegaard vlees

brood en kaas

rauw vlees

vis, schaal- en schelpdieren

Wat kan het gevolg zijn van onhygienisch werken?

1. Het eten op het bord ziet er niet verzorgd uit
2. De gast kan ziek worden van het eten en krijgt diarree of moet overgeven

een product met een TGT datum, mag je na die datum .....

1. wel nog eten, als het oké is. (kijk, ruik, proef)
2. niet meer eten

Gluten komen voor in....

1. Tarwe
2. Aardappelen
3. Groenten
4. Vlees

Een gast is vegetarisch.
Wat betekent dit?

1. De gast wil geen dingen eten die van een dier afkomen. (geen ei, melk, vlees en vis)
2. De gast wil niets eten waar een dier voor is dood gemaakt (vlees en vis)
3. De gast wil alleen groenten eten.
4. De gast mag niets waar gluten in zitten.

Je ziet hier een doos met macaroni. 

Is dit lang of kort houdbaar?

1. Lang houdbaar (meer dan een maand)
2. Kort houdbaar (minder dan een week)