1H/V 2.3 MASSA EN VOLUME

• Natuurkunde / Scheikundew
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

2.3 massa en volume

2.3 massa en volume

Lesdoelen:

Uitleggen wat massa en volume is en hoe je dit kan bepalen.

Omreken sommen maken met massa en volume.

Het volume van een balk en cilinder (h/v) bepalen.

De onderdompelmethode kunnen uitleggen.

massa

massa zegt iets over de deetjes waar een stof uit bestaat.

Hoe zwaar iets weegt in kilogram of gram

Massa meet je met een weegschaal

Massa

Massa (m) is het aantal kilogrammen (kg) van een voorwerp of een stof​ 

De massa van een voorwerp blijft overal hetzelfde​  

De afgeleiden van de eenheid kilogram zijn bijvoorbeeld: g en mg​ 

Massa kan je bepalen met een weeginstrument​ 

​

​

​

​

Belangrijk:​ goed kunnen omrekenen van kg naar g naar mg en andersom

Massa bepalen

Massa kun je bepalen met een weegschaal door iets te wegen.

g                                                       kg

Massa

De massa geeft aan hoeveel stof je hebt en wordt gemeten in :

milligram (mg)

gram (g)

kg (kg)

ton (t)

Massa

Gewicht

1 ton = 1000 kg

Volume

Omrekenen volume/inhoud

Het volume van een balk

Gegeven:

l = 50 cm  b = 25 cm  h = 30 cm

Gevraagd: V

Oplossing: V = l x b x h

V = 50 x 25 x 30 

V = 37.500 

cm​3​​

Het volume v.e. cilinder 

V = π     h

V = π x 1,52 x 5

V = 35,4 cm3

 

 

r​2​​

Het volume van een vloeistof kun je bepalen met een maatcilinder.

De onderdompelmethode

'

Geg: Vbegin = 150mL

Veind = 200 mL

Gevr: V

Opl V =Veind = Vbegin

V = 200-150 = 50 

cm​3​​

V = 0,8 x 0,5 x 0,6

V = 0,24 

m​3​​

De massa van een voorwerp geeft aan                               

Massa is een 

Het symbool voor massa is  

Je meet de massa met een 

Je gebruikt de maat (=eenheid)                                             voor massa.  

weegschaal

kilogram

hoeveel iets weegt

m

grootheid

In ‘normaal’ taalgebruik zeg je:

een weegschaal meet                                             van een voorwerp. 

Bij natuurkunde is dat niet juist!

Bij natuurkunde zeg je: 

Een weegschaal meet                                              van een voorwerp.

 

   

de massa

het volume

het gewicht

Zelfstandig aan de slag

Wat? Lees paragraaf 2.3 door en maak paragraaf 2.3

Hoe? In stilte.

Vraag? overleg fluisterend met je buurman/buurvrouw. Kom je er samen niet uit, steek je vinger op. 

Klaar? Maak een samenvatting van paragraaf 2.3. Of kijk naar paragraaf 2.1, 2.3, 2.4