Pluriforme samenleving H2

Pluriforme samenleving H2
1 / 15
next
Slide 1: Slide
MaatschappijkundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Pluriforme samenleving H2

Slide 1 - Slide

Leerdoelen
Je kunt voorbeelden geven van hoe de culturele diversiteit er in Nederland uit ziet.
Je kunt de kenmerken van een pluriforme samenleving opnoemen en bij elk kenmerk een voorbeeld bedenken

Slide 2 - Slide

“Verschillende cultuurgroepen leven MET elkaar, maar ook NAAST elkaar.”
Leg dit eens uit.

Slide 3 - Open question

Gelijkheidsbeginsel
Pluriforme samenleving kan bestaan omdat:
Gelijkheidsbeginsel= artikel 1 van de grondwet: “Iedereen is voor de wet gelijk, het is verboden om anderen te discrimineren vanwege huidskleur, geloof, levensovertuiging, sekse, politieke mening of om welke reden dan ook”
MAAR dit kan alleen als er tolerantie( = je accepteert dat groepen mensen anders leven dan jij en dat ze een andere opvatting hebben) is.

Slide 4 - Slide

Pluriforme samenleving
Vroeger: weinig culturele diversiteit.
Door de komst van mensen met een migratieachtergrond is dit toegenomen.

Term “Multiculturele samenleving/ multi-etnische samenleving”is achterhaald. Verschillen tussen culturen zijn niet alleen gebaseerd op verschillen in etniciteit (afkomst).

Slide 5 - Slide

Er zijn naast etniciteit (afkomst) nog 5 factoren waardoor er subculturen zijn. Noem ze eens of een aantal

Slide 6 - Open question

Waaraan herken je een pluriforme samenleving?
-Verschillende godsdiensten


Slide 7 - Slide

Verschillende gewoontes

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Verschillende waarden en normen

Slide 10 - Slide

-Etnische groepen hebben niet dezelfde geschiedenis

Slide 11 - Slide

Kun je 2 redenen bedenken waarom het aantal mensen in Nederland met een migratie-achtergond nog steeds groeit?

Slide 12 - Open question

2 Redenen waarom het aantal mensen met een migratie-achtergrond nog steeds groeit
1. Er komen nog steeds mensen uit andere landen naar Nederland (Vluchtelingen, mensen die werk zoeken)
2. Over het algemeen krijgen allochtonen meer kinderen dan autochtonen.

Slide 13 - Slide

Verwerking
Basis:1-2-5-7-8-9-begrippen en samenvatting
Kader: 2-4-5-6-9-11-14a-begrippen en samenvatting
Basis opdr.7 en kader opdr.9 gaan we aan het einde van de les bespreken.

Slide 14 - Slide


Geef van elk ding bij opdracht 7/9 een voorbeeld hoe we dit in Nederland zien.
Doe het zo: Geloof=kerken,moskee,synagoge.

Slide 15 - Open question