Taalwoorden thema 7 week 2

• Taal
• Basisschool
• Groep 4

Taalwoorden thema 7 week 2

De acteur/ de actrice

1. iemand die een rol speelt in een film
2. Iemand die een programma presenteert
3. Iemand die danst in video's
4. Iemand die niet werkt

De regisseur

1. Iemand die zorgt voor eten en drinken
2. Iemand die in een auto rijdt
3. Iemand die de leiding heeft bij het opnemen van een film
4. Iemand die een rol speelt in een film

Wat betekend het woord: de cameraman?

de trailer

1. een film
2. een paar losse stukjes uit een film die reclame maken voor die film
3. Een aanhangwagen voor paarden
4. Een filmpje op tiktok

de (film) reclame

Het affiche

1. Poster van een film
2. De uitnodiging voor een film

Presenteren

Dankzij

1. Gewoon
2. Omdat
3. Door
4. met behulp van

de acrobatiek

1. Dan kun je allerlei kunsten met je lichaam
2. Dan kun je heel hard schreeuwen
3. Dan kun je heel hard rennen
4. Dan kun je goed verstoppen

De stunt

De vaart

1. een film
2. de snelheid
3. een groep mensen
4. iemand voorstellen