In 1519 kwamen de Nederlanden onder het bestuur van Karel V. Hij was de machtigste vorst van Europa en heerste over Spanje, de Spaanse koloniën in Amerika, gebieden in Duitsland, Italië en de Nederlanden. Karel V bestuurde een groot, maar verbrokkeld rijk. De Nederlanden bestonden uit zeventien gewesten die lagen in wat nu Nederland, België en Luxemburg is. Een gewest was een gebied met een eigen bestuur, eigen rechtspraak en eigen wetten. Er waren dus grote verschillen tussen de gewesten.