Fijn dat je er bent. Typ in de chat "aanwezig" om te laten weten dat je er bent.
1 / 18
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1
This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Welkom!
Fijn dat je er bent. Typ in de chat "aanwezig" om te laten weten dat je er bent.
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen vandaag?
Terugblik
Nakijken
H2 Grammatica: het onderwerp
Uitleg
Samen oefenen
Zelfstandig werken
Slide 2 - Slide
Waar ging de vorige les ook alweer over?
Slide 3 - Mind map
Nakijken
Opdracht 2 en 3 op pagina 31.
Slide 4 - Slide
Aan het einde van deze les kan je...
het onderwerp van een korte zin vinden.
Slide 5 - Slide
Wat is het onderwerp van een zin?
Slide 6 - Open question
Slide 7 - Video
Voorbeeldje
Manier 2:
Gisteren heeft mijn broer appels gekocht.
Gisteren/ heeft/ mijn broer/ appels/ gekocht.
Gisteren/ hebben/ mijn broers / appels/ gekocht.
Mijn broer is dus in deze zin het onderwerp.
Slide 8 - Slide
Hoe vind je het onderwerp?
Manier 2:
Onderstreep de persoonsvorm.
Doe de zinsdeelproef. Zet strepen tussen de zinsdelen.
Verander de persoonsvorm van getal: enkelvoud wordt meervoud of meervoud wordt enkelvoud.
Het zinsdeel dat ook verandert, is het onderwerp!
Slide 9 - Slide
Samen oefenen
We maken samen opdracht 2 op pagina 55.
Slide 10 - Slide
Persoonsvorm
Onderwerp
Elke zaterdag
speelt
Mieke
een badmintonwedstrijd
in onze sporthal.
Slide 11 - Drag question
Persoonsvorm
Onderwerp
Online
bestelde
Roxanne
haar kaartje voor Pinkpop.
Slide 12 - Drag question
Persoonsvorm
Onderwerp
De nieuwste dvd van de Linnets
is
binnenkort
te verkrijgen.
Slide 13 - Drag question
Persoonsvorm
Onderwerp
Afgelopen dinsdag
gaf
onze mentor
het gewijzigde lesrooster.
Slide 14 - Drag question
Persoonsvorm
Onderwerp
Het favoriete programma van Jasper
komt
elke avond
op de tv.
Slide 15 - Drag question
Persoonsvorm
Onderwerp
Pas na een week
had
Soumaya
mij
het geleende geld
terugbetaald.
Slide 16 - Drag question
Zelfstandig werken
Maak opdracht 1, 3 en 4 op pagina 54/55.
Schrijf de antwoorden in je schrift of maak de opdrachten via Nieuw Nederlands online. Zorg ervoor dat je de antwoorden kunt laten zien tijdens de les.
Tijdens de volgende les bespreken we de antwoorden.