copd

1 / 18
next
Slide 1: Slide
Zorg en WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Doelen 
  • Je kan beschrijven wat COPD is.
  • De oorzaak en symptomen benoemen
  • Je kan uitleggen hoe je inhalatiemedicatie goed kan gebruiken



Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Programma
  • Uitleg (COPD)
  • Quiz
  • Filmpje
  • Evaluatie (terugblik op de doelen)

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is COPD
  • COPD is de Engelse afkorting voor chronisch obstructieve longziekte.
  •  Een longziekte waarbij je longen zijn beschadigd.
  • Je hebt minder zuurstof en ademen is moeilijker.

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Oorzaak
  • De belangrijkste oorzaak is roken!!!!!
  • Een andere belangrijke oorzaak is blootstelling aan gassen, dampen of rook.
  • Het kan ook ontstaan door langdurig werken in een omgeving met veel stofdeeltjes van steen of metaal in de lucht.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Symptomen
  •  chronisch hoesten
  •  kortademigheid
  • chronische slijmproductie

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Slide 7 - Video

This item has no instructions


COPD betekend




A
Chronic Obesitas Pulmonary Disorder
B
Chronic Obstructive Pulmonary Disease
C
Chronic Open Pulmonary Disease
D
Chronic Open Pulmonary Disease

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


COPD:
A
is te genezen
B
gaat vanzelf over
C
heb je tot je dood
D
Geen van allen is juist

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions


Wat is geen oorzaak van COPD?
A
blootstelling aan chemicaliën
B
erfelijke ziekte
C
Roken
D
overmatig feesten

Slide 10 - Quiz

Alpha-1 is een aangeboren ziekte, waarbij het eiwit alpha-1 niet wordt aangemaakt of niet goed werkt. Dit eiwit is nodig om de longen te beschermen.

Wat hoest je op bij COPD?
A
Teveel aan slijm
B
Afgebroken luchtpijptakjes
C
Stofjes waar je allergisch voor bent
D
Koolstofdioxide (CO2)

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is WAAR over longkanker en COPD?
A
Verhoogd risico op ontwikkeling van longcarcinoom
B
Lager risico op ontwikkeling van longcarcinoom
C
Er is GEEN relatie tussen COPD en longkanker
D
Hebben een betere prognose bij comorbiditeit longkanker

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het meest effectief bij de behandeling van COPD
A
Inhalatiemedicatie (puffers)
B
Stoppen met roken
C
Prednison
D
Er is geen behandeling

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Kan iemand genezen van COPD
A
Ja, iemand kan volledig genezen van COPD
B
Nee, iemand kan nooit volledig genezen van COPD
C
Nee, maar met bepaalde aanpassingen kun je de symptomen wel verlichten
D
Ja, met bepaalde aanpassingen kun je de aandoening genezen

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions


Een zorgvrager met COPD heeft
A
Een hoog zuurstofgehalte en een hoog CO2 gehalte
B
Een hoog zuurstofgehalte en een laag CO2 gehalte
C
Een laag zuurstofgehalte en een laag CO2 gehalte
D
Een laag zuurstofgehalte en een hoog CO2 gehalte

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Hulpmiddelen

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Evaluatie (doelen)
  • Wat heb je geleerd?
  • Wat vond je nog onduidelijk
  • Tops en Tips

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slide 18 - Slide

This item has no instructions