Bereken: 200 miljard Euro gedeeld door 41 miljoen.
(Denk aan de afrondingsregels!)
1 / 14
next
Slide 1: Open question
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4
This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Bereken: 200 miljard Euro gedeeld door 41 miljoen.
(Denk aan de afrondingsregels!)
Slide 1 - Open question
Rond af op duizenden euro's nauwkeurig: € 205.498,51
Schrijf je antwoord zonder punten, komma's en €.
Slide 2 - Open question
In 2018 zijn er in Nederland 4.326 miljoen pinpasbetalingen gedaan. De totale omzet van het pinnen bedroeg € 112,0 miljard. Bereken het gemiddelde bedrag per keer dat er werd gepind.
Slide 3 - Open question
In 2017 zijn er in Nederland 3.843 miljoen pinbetalingen gedaan. Het gemiddelde pinbedrag bedroeg € 26,17 Bereken voor hoeveel er in 2017 werd gepind, rond af op hele miljarden Euro's.
Slide 4 - Open question
Fee heeft € 9.000,- op haar spaarrekening staan. Ze krijgt elk jaar 1,3 % rente en boekt er niets bij of af.
Bereken hoeveel Fee over 4 jaar op haar spaarrekening heeft staan.
Slide 5 - Open question
Milan koopt bij de Vomar twee frikandelbroodjes voor € 1,58. Daar zit de BTW al bij in, deze bedraagt voor voedsel 9%. Bereken het bedrag (exclusief BTW) in euro's dat de Vomar overhoudt aan de aankoop van Milan.
Slide 6 - Open question
Hiernaast staat een tabel met het BBP van Nederland (in miljarden euro's) over de jaren. Bepaal het indexcijfer van het BBP in 2018, neem 1980 als basisjaar.
Slide 7 - Open question
In 1999 had de gemeente Utrecht 232.718 inwoners. In 2019 zijn dat er 352.795 geworden.
Hoeveel procent is het aantal inwoners van Utrecht de afgelopen 20 jaar toegenomen?
Slide 8 - Open question
Als het nominaal inkomen met 4% toeneemt en het prijspeil met 5% afneemt, dan is de koopkracht...
A
Toegenomen
B
Afgenomen
C
Gelijk gebleven
D
Kun je niets over zeggen
Slide 9 - Quiz
Als het nominaal inkomen met 6% toeneemt en het prijspeil met 6% toeneemt, dan is de koopkracht...
A
Toegenomen
B
Afgenomen
C
Gelijk gebleven
D
Kun je niets over zeggen
Slide 10 - Quiz
Als het nominaal inkomen met 2% toeneemt en het prijspeil met 3% toeneemt, dan is de koopkracht...
A
Toegenomen
B
Afgenomen
C
Gelijk gebleven
D
Kun je niets over zeggen
Slide 11 - Quiz
Bepaal het indexcijfer van de nominale uitgaven aan gezondheidszorg in Nederland in 2011, neem daarbij 2001 als basisjaar.
Slide 12 - Open question
Bereken met behulp van de prijsindex-cijfers hiernaast en je antwoord op de vorige vraag (gebruik als je die niet hebt 155,0) hoeveel procent de reele stijging van zorguitgaven was tussen 2001 en 2011.
Slide 13 - Open question
Sofia verdiende vorig jaar bij de Jumbo € 4,80 per uur. Omdat de manager heel tevreden is over Sofia, gaf hij haar voor dit jaar 40 cent per uur opslag. De prijzen stegen afgelopen jaar 2%. Hoeveel procent is Sofia's koopkracht toegenomen?