4.3 Formules bij hetzelfde verband uit format

• Wiskunde
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

Terugblik-opdracht

Zet je camera aan en je microfoon uit.

Pak je pen, schrift en rekenmachine.

Een sportvereniging organiseert een sponsorloop. Bij de opbrengst van Rahim hoort de formule opbrengst=5+0,5a. Hierin is a het aantal gelopen rondjes.
Hoeveel startgeld krijgt Rahim?

Een sportvereniging organiseert een sponsorloop. Bij de opbrengst van Rahim hoort de formule opbrengst=5+0,5a. Hierin is a het aantal gelopen rondjes.
Hoeveel krijgt Rahim per rondje?

Een sportvereniging organiseert een sponsorloop. Bij de opbrengst van Rahim hoort de formule opbrengst=5+0,5a. Hierin is a het aantal gelopen rondjes.
Rahim loopt 30 rondjes. Hoeveel euro haalt hij op?

Fatima gebruikt de formule

Ze wil 20 euro ophalen. Hoeveel rondjes moet ze daarvoor lopen?

a=​0,5​​opbrenst−5​​

Leerdoelen

T2: Je kan onderzoeken of twee formules bij hetzelfde verband horen.

Formule bij hetzelfde verband 

1. Vul een getal in in de eerste formule. 
2. Vul de uitkomst uit in de tweede formule.
3. Doe ditzelfde met een ander getal.
4. Kloppen de uitkomsten? > de formules beschrijven hetzelfde verband
   Kloppen de uitkomsten niet? > de formules beschrijven niet hetzelfde verband

Formule bij hetzelfde verband 

opbrengst=5+0,5a

a=​0,5​​opbrenst−5​​

Beschrijven deze twee formules hetzelfde verband?
opbrengst=5+0,5a
a=2xopbrengst-10
Schrijf je aanpak op.

Controle vragen

1. a.
2. b.
3. c.
4. d.

Aan de slag

Nabespreking

Begrippen uit deze les

Beschrijven

Verband

Schrijf 2 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Huiswerk

Hoofdstuk 4 paragraaf 3

opdracht 43 t/m 46

Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen