Quiz H1 economische verdieping - leerjaar 2

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo, mavo
• Leerjaar 2

Quiz H1 (economie)

Leerjaar 2

Cursus 1.1

Wat maken we?

Een agrarisch bedrijf is een bedrijf dat grondstoffen.....

1. gebruikt die alleen natuurlijk zijn
2. uit de natuur koopt van andere bedrijven
3. direct uit de natuur haalt
4. alleen aan andere dieren geeft

Hoe noem je iemand die goederen maakt en diensten levert?

1. agrarisch bedrijf
2. producent
3. productieweg
4. productiefactor

Hoe noem je alle bedrijven die meewerken aan de productie van grondstof tot eindproduct?

1. bedrijfsgroep
2. bedrijfskolom
3. productiegroep
4. producenten

Machines worden ook wel ´kapitaalgoederen´ genoemd.
Wat is daarvoor de beste uitleg?

1. Omdat je ze koopt met geld, en dat is kapitaal
2. Omdat ze niet met arbeid en natuur gemaakt worden
3. Omdat je er ander kapitaal voor terug krijgt als je het verkoopt

Door een bewerking aan een product krijgt het meer waarde. Welk begrip gebruiken we hiervoor?

1. productwaarde
2. extra waarde
3. bewerkingswaarde
4. toegevoegde waarde

Hoe noem je het loon dat een werknemer op zijn/haar bankrekening ontvangt?

1. brutoloon
2. loonbelasting
3. sociale premie
4. nettoloon

Mo verdient 1495 euro bruto per maand.
Zijn baas moet 270 euro aan premies en 200 euro aan belasting inhouden.
Wat is het nettoloon van Mo?

1. 2030
2. 2025
3. 1025
4. 1030

Welk begrip gebruik je voor loonbelasting en sociale premies?

1. inhoudingen
2. innames
3. rente
4. begrenzing

Een dierenarts verdient 2921 bruto per maand.
Inhoudingen: ...........
Nettoloon: 1958 per maand.

Welk bedrag moet er bij inhoudingen staan?

1. 853
2. 863
3. 953
4. 963

Cursus 1.2

Van gereedschap tot robot

Wat voor bedrijf is een ziekenhuis?

1. agrarisch
2. industrieel
3. dienstverlenend

Hoe noem je een bedrijf dat voor de productie machines gebruikt?

1. machinebedrijf
2. productiebedrijf
3. dienstverlenend bedrijf
4. industrieel bedrijf

Wat is mechanisatie?

1. computers gebruiken bij productie
2. machines gebruiken bij productie
3. gereedschap gebruiken bij productie
4. werknemers gebruiken bij productie

Hoe noem je het vervangen van menselijke arbeid door computers?

1. arbeidsintensief
2. kapitaalintensief
3. automatisering
4. mechanisatie

De hoeveelheid producten die er binnen een bepaalde tijd gemaakt kunnen worden

1. productiehoeveelheid
2. arbeidsproductiviteit
3. productietijd
4. arbeidstijd

Hoe noem je een opdracht om iets te maken/doen?

1. verzoek
2. bestelling
3. afspraak
4. vraag

Bij welke beroepssector hoort het beroep kapper?

1. landbouw/agrarisch
2. industrieel
3. dienst

Bij welke beroepssector hoort het beroep tomatenkweker?

1. landbouw/agrarisch
2. industrieel
3. dienst

Bij welke beroepssector hoort het beroep timmerman?

1. landbouw/agrarisch
2. industrieel
3. dienst

Cursus 1.3

Voor welke prijs?

De geldwaarde van alle producten die in een bepaalde tijd verkocht zijn...

1. afzet
2. inkoopwaarde
3. omzet
4. winst

Met welke formule bereken je de omzet?

1. inkoopwaarde x afzet
2. afzet x verkoopprijs
3. afzet - verkoopprijs
4. verkoopprijs - inkoopwaarde

Een speelgoedwinkel verkoopt het bordspel 'Monopsonie'. De verkoopprijs (zonder btw) is € 24,00. De brutowinst is € 16,00.
Wat is de inkoopwaarde van het bordspel?

1. - 8 euro
2. 40 euro
3. 8 euro
4. - 40 euro

Wat hoort NIET bij de bedrijfskosten van een pizzeria?

1. huur van een bedrijfspand
2. inkoop van meel
3. reclame
4. fooi

Hoe noem je het bedrag dat overblijft als je van de brutowinst de bedrijfskosten aftrekt?

1. nettowinst
2. inkoopwaarde
3. omzet
4. verlies

Een advertentie voor een prijsaanbieding in de supermarkt is een voorbeeld van.....

1. informatieve reclame
2. actiereclame

Welk begrip gebruik je voor het woord ´bankroet´?

1. verlies
2. winst
3. failliet
4. schuld

Kies het juiste antwoord:
Als een bedrijf failliet gaat...

1. heeft het weinig verlies geleden
2. moet de eigenaar vaak het bedrijf verkopen om de schulden te betalen
3. draait het personeel op voor de schulden
4. wordt het personeel ontslagen

Welk BTW tarief hoort er bij brood?

1. Laag btw tarief
2. Hoog btw tarief

Cursus 1.4

Bedrijven zoeken elkaar op

Hoe noem je een gebied waar veel mensen bij elkaar werken?

1. winkelgebied
2. werkgebied
3. woongebied

Welke vestigingsplaats kiest een bedrijf dat veel goederen met vrachtwagens moet vervoeren?

1. bedrijventerrein
2. stadscentrum
3. werkgebied bij het station
4. werkgebied bij het water

Hoe noem je een voordeel voor een bedrijf als het zich op een bepaalde plek vestigt?

1. bereikbaarheid
2. vestigingsvoordeel
3. werkgebied
4. zichtbaarheid

Welke bedrijven vind je meestal op een bedrijventerrein?

1. banken, kantoren en hotels
2. winkels en restaurants
3. transportbedrijven en fabrieken

Bereikbaarheid is een belangrijk vestigingsvoordeel. Veel bedrijven ontvangen leveranciers en klanten.
Voor welk bedrijf geldt dat vrijwel niet?

1. de belastingdienst
2. camping
3. winkel
4. ziekenhuis

Wat is het vestigingsvoordeel van een bakker?

1. geen ruimte voor uitbreiding
2. weinig klanten in de buurt
3. naast een andere bakker
4. goede bereikbaarheid

Ondernemer: 'Voor mijn snel groeiende verzekeringsbedrijf wil ik een mooi kantoor, dat goed bereikbaar moet zijn per auto en per trein.'
Welk vestigingsvoordeel past hierbij?

1. hoeveelheid ruimte
2. betaalbare grond
3. bereikbaarheid
4. zichtbaarheid

Ondernemer: 'Mijn bedrijf zorgt voor de verspreiding van de nieuwste kleding in heel Nederland. Ik wil een groot magazijn bij een snelweg.'
Welk vestigingsvoordeel past hierbij?

1. zichtbaarheid
2. prijs van de grond
3. aanwezigheid van klanten
4. bereikbaarheid

Ondernemer: 'Bij mijn reclamebureau werken nu zes mensen. Mijn kantoor moet vlakbij winkels liggen. Van winkels krijgen wij de meeste opdrachten.'
Welk vestigingsvoordeel past hierbij?

1. aanwezigheid van klanten
2. hoeveelheid ruimte
3. zichtbaarheid
4. prijs van de grond

Einde

Succes met leren !