Gebiedende wijs


Welkom allemaal! Fijn dat jullie er zijn!
Hier:

  • is het rustig en gaan we met respect met elkaar om.
  • staat de telefoon op stil en zit hij in je tas of zak.
  • heb je geen kauwbare dingen in je mond.
  • is iedereen nuttig bezig (nee, spelletjes spelen en praten zijn geen nuttige bezigheden).

1 / 15
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson


Welkom allemaal! Fijn dat jullie er zijn!
Hier:

  • is het rustig en gaan we met respect met elkaar om.
  • staat de telefoon op stil en zit hij in je tas of zak.
  • heb je geen kauwbare dingen in je mond.
  • is iedereen nuttig bezig (nee, spelletjes spelen en praten zijn geen nuttige bezigheden).

Slide 1 - Slide

Gebiedende wijs



Hoe schrijf je de gebiedende wijs?

Slide 2 - Slide

Gebiedende wijs
  • In zinnen met een gebiedende wijs geef je een bevel.
  • In deze zinnen zit geen onderwerp. Je weet niet precies wie het zegt of doet.

Slide 3 - Slide

Gebiedende wijs
De gebiedende wijs schrijf je als de ik-vorm van het werkwoord.


Voorbeelden:

  • Ruim je kamer op!
  • Geef dat boek terug!
  • Houd afstand!

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Maak gebiedende wijs van:
Wil je dat boek pakken?

Slide 6 - Open question

Maak gebiedende wijs van:
Wil je naar huis lopen?

Slide 7 - Open question

Maak gebiedende wijs van:
Wil je je fruit eten?

Slide 8 - Open question

Maak gebiedende wijs van:
Wil je mij een tientje geven?

Slide 9 - Open question

Maak gebiedende wijs van:
Wil je normaal doen?

Slide 10 - Open question

Welk werkwoord past in gebiedende wijs?
A
geven
B
doen
C
pak
D
loopt

Slide 11 - Quiz

Welk werkwoord past in gebiedende wijs?
A
loop
B
wordt
C
kijkt
D
doet

Slide 12 - Quiz

Welk werkwoord past in gebiedende wijs?
A
tennist
B
word
C
wordt
D
behandelen

Slide 13 - Quiz

Welk werkwoord past in gebiedende wijs?
A
geven
B
doen
C
pak
D
loopt

Slide 14 - Quiz

Welk werkwoord past in gebiedende wijs?
A
doorloopt
B
zwem
C
bedenkt
D
garanderen

Slide 15 - Quiz