2mh


Welkom allemaal! Fijn dat jullie er zijn!
Hier:

  • is het rustig en gaan we met respect met elkaar om.
  • staat de telefoon op stil en zit hij in je tas of zak.
  • heb je geen kauwbare dingen in je mond.
  • is iedereen nuttig bezig (nee, spelletjes spelen en praten zijn geen nuttige bezigheden).
Denken jullie eraan dat het 10 maart internationale Mario Dag is...
1 / 35
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson


Welkom allemaal! Fijn dat jullie er zijn!
Hier:

  • is het rustig en gaan we met respect met elkaar om.
  • staat de telefoon op stil en zit hij in je tas of zak.
  • heb je geen kauwbare dingen in je mond.
  • is iedereen nuttig bezig (nee, spelletjes spelen en praten zijn geen nuttige bezigheden).
Denken jullie eraan dat het 10 maart internationale Mario Dag is...

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Hoofdstuk 3 

Spelling

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

mavo

3.5 B
Deel 1: Lastige meervouden
3.5 C
Deel 2: Werkwoordspelling: Gebiedende wijs, jij / je achter persoonsvorm
havo

3.5 B
Deel 1: Lastige regelmatige werkwoorden
3.5 C
Deel 2: Toepassing spelling- en grammaticacontrole

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Spelling
Doel:
Aan het eind van de les:
- weten de mavo-leerlingen de spelling van de gebiedende wijs en de spelling van de persoonsvorm na je/jij.
- weten de havo-leerlingen de spelling van lastige regelmatige werkwoorden
Maar omdat dit spelling is doet iedereen gewoon mee!


Slide 4 - Slide

This item has no instructions

mavo

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Stam en ik-vorm
Infinitief
Stam
Ik-vorm
vinden
vind
(ik) vind
lopen
lop
(ik) loop
vallen
vall
(ik) val
beloven
belov
(ik) beloof

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Gebiedende wijs


Wat is en hoe schrijf je de gebiedende wijs?

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Gebiedende wijs
  • In zinnen met een gebiedende wijs geef je een bevel.
  • In deze zinnen zit geen onderwerp. Je weet niet precies wie het zegt of doet.

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Gebiedende wijs
De gebiedende wijs schrijf je als de ik-vorm (stam) van het werkwoord.


Voorbeelden:

  • Ruim je kamer op!
  • Geef dat boek terug!
  • Houd afstand!

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Kies de juiste vorm.

[bedanken] je oma voor het cadeau.
A
bedanken
B
bedankt
C
bedank
D
bedanke

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Kies de juiste vorm.

[wachten] niet te lang!
A
wachten
B
wachtt
C
wacht
D
wach

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Maak gebiedende wijs van:
Wil je dat boek pakken?

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

Maak gebiedende wijs van:
Wil je naar huis lopen?

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

Maak gebiedende wijs van:
Wil je je fruit eten?

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

Maak gebiedende wijs van:
Wil je mij een tientje geven?

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Je / jij achter de persoonsvorm
Wat is het verschil?

Krijg je les van meneer Korterik?
Krijgt je broer les van meneer Korterik? 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Jij en je achter de persoonsvorm
Als ‘jij’ of ‘je’ achter de persoonsvorm staat, schrijf je alleen de ik-vorm (stam).  Maar als er je + een zelfstandig naamwoord achter de persoonsvorm staat schrijf je stam + t.

Wandel jij naar huis?   Beantwoord je de vraag?
Geeft je vader bijles?  Beantwoordt je moeder de vraag?

Truc:  kun je ‘je’ vervangen door ‘jou’ of ‘jouw’? Dan schrijf je de stam + t.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions


Jij verwen..... je hond te veel.
A
Alleen de stam
B
Stam + t
C
Stam + dt
D
-En erachter

Slide 19 - Quiz

This item has no instructions


Wat vin.... je daar nu van?
A
Alleen de stam
B
Stam + t
C
Stam + dt
D
- En erachter

Slide 20 - Quiz

This item has no instructions


Wor.... je broer niet gek van jou?
A
Alleen de stam
B
Stam + t
C
Stam + dt
D
- En erachter

Slide 21 - Quiz

This item has no instructions

havo 

Slide 22 - Slide

This item has no instructions

Regelmatige werkwoorden vervoegen


Eerst nog maar weer eens de theorie...

Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Slide

This item has no instructions

Slide 25 - Video

This item has no instructions

En nu oefenen

Slide 26 - Slide

This item has no instructions

Hoe schrijf het werkwoord in de verleden tijd?
Wij (beantwoorden) alle vragen correct.

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Slide 28 - Slide

Goed of fout?
Het gaat hier om de voltooide tijd.
- ingepakt: goed (want je hoort de 't' in: ingepakte; of gebruik 't ex-Kofschip: de 'k' zit erin) 
- bezorgt: fout! (je hoort een 'd' in bezorgde; of kijk naar 't ex-Kofschip: daar zit de 'g' niet in.)

(Let op: 'bezorgt' is wel goed in de tegenwoordige tijd! Hij bezorgt het pakje.)
Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Hij heeft haar (beschermen)
A
Beschermd
B
Beschermt

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Ik heb (schaatsen).

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Hoe schrijf je het voltooid deelwoord?
Zij hebben (betalen).
A
betaalt
B
betaald

Slide 31 - Quiz

This item has no instructions

Patrick .....al zijn vrije tijd aan Minecraft
A
besteed
B
besteedt
C
besteet

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

...... jij je netjes aan voor je naar school gaat?
A
kleed
B
kleedt
C
kleet

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Casper heeft zich in de deadline......
A
vergisd
B
vergisdt
C
vergist

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

En dit was het weer!

Ga nu bezig met de opdrachten die bij de theorie horen.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions