les 3 Wil je welvaart of welzijn?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

les 3 Wil je welvaart of welzijn?

herhaling 

Het deel van je inkomen dat je vrij kunt uitgeven is het .........?

  

 brutoloon (afgesproken met werkgever)

- sociale premies

- loonheffing         

   nettoloon (ontvang je op je rekening)

   nettoloon

- premie ziektezorgverzekering

- andere verplichte heffingen    

  besteedbaar inkomen

besteedbaarinkomen 

weet je nog wat de lorenzcurve is?

Hoe groter de 'buik' van de Lorenzcurve is, hoe...

1. meer de inkomens ongelijk verdeeld zijn
2. meer de inkomens gelijk verdeeld zijn.

§1.3 Wil je welvaart of welzijn?

Theorie

Lesdoelen

Je leert in deze paragraaf:

• waarom het nodig is om prioriteiten te stellen
  
• wat het betekent dat de meeste goederen schaars zijn
  
• wat het verschil is tussen welvaart en welzijn
  
• je weet wat het CBS doet 

In je behoeften voorzien

Schaarste

Zelfvoorziening

Zelfvoorziening

Wat je nodig hebt of graag wilt hebben voor eigen gebruik → zelf produceren

Welvaart en welzijn

Het CBS

Het CBS (Centraal Bureau voor de Statistiek) houdt in Nederland de ontwikkeling bij van alle prijzen van goederen en diensten. Het CBS gebruikt daarbij indexcijfers.

www.cbs.nl

Vragen

Kan je de theorie toepassen?

De mate waarin je met beschikbare middelen in je behoeften kunt voorzien

1. welvaart
2. welzijn

Welzijn is:

1. De mate waarin mensen in hun behoeften kunnen voorzien
2. De mate waarin je behoefte worden voorzien zonder schaarste middelen

Je prioriteiten zijn ....

1. wat iedereen belangrijk vind
2. dezelfde interesses hebt
3. wat jij allemaal wilt
4. wat jij belangrijk vind

Wat is NIET schaars?

1. Elektriciteit
2. Gas uit je gaspit in de keuken
3. Zonlicht

Een schaars goed is:

1. Een goed waar weinig van is.
2. Een goed waar arbeid, kapitaal en/of natuur voor ingezet zijn.
3. Een goed waar weinig vraag naar is.
4. Het tegenovergestelde van een vrij goed.

Extra uitleg

Kijk voor meer uitleg de volgende video's

reken uitleg

Een stijging of daling in procenten berekenen

Formule

Vorig jaar kreeg je €6 zakgeld, nu krijg je €8,50.
Hoeveel procent is je zakgeld gestegen?

Indexcijfers

Formule

Patatprijs
2016 - €3,10 - indexcijfer 100
2017 - €3,00 - indexcijfer ?
2018 - €? - indexcijfer 95
Reken de vraagtekens uit