Laatste les voor trap 3: statistiek

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Hoofdstuk 10: Verdelingen

Invoegen plattegrond op niveau

Verdelingen

Modus?

Mediaan?

Gemiddelde?

Hoe heet zo'n grafiek?

Normaal verdeling

Vorm?

Centrummaten?

Symbolen?

10.1 + 10.2

Aantekening!

Zeker maken:

2, 7, 10, 12

Nakijken!

Opgave 9 samen

Aantekening 10.3 

Een steekproef moet aselect en representatief zijn.

Hoe groter de steekproefomvang hoe nauwkeuriger de populatieproportie geschat kan worden.

Populatie is het geheel waar het onderzoek over gaat.

Steekproef/Populatie- proportie is het deel dat voldoet aan het gewenst eigenschap.

Opgave 15, 17 en 20.

10.4 Betrouwbaarheidsintervallen voor een proportie

Kan je omschrijven wat hiermee bedoeld wordt?

Kun je een voorbeeld noemen?

Waarom een schatting?

10.4 Betrouwbaarheidsintervallen voor een proportie

De schatting doe je niet willekeurig maar met een formule.

         Linker grens                 Rechter grens

Rechte haakjes, geen ronde!

10.4 Betrouwbaarheidsintervallen voor een proportie

95% betrouwbaarheidsinterval.

                                                              Formuleblad

Aantekening 10.4

Vanuit een uitgevoerde steekproef wil je iets zeggen over de gehele populatie. Dit kan je niet precies zeggen, vandaar dat je aangeeft dat je met 95% zekerheid zegt dat het interval zit tussen deze waarden.               

  formuleblad:                                                                          notatie:

Opgave 21, 24 en 26.

Aantekening 10.5

Proportie: een verhouding tussen het totale aantal en het aantal dat voldoet aan een voorwaarde. (komma getal tussen 0 en 1)

Gemiddelde: dit is altijd gegeven en kan elke waarde aannemen. Bv: gemiddeld gewicht 2400 gram, gemiddelde leeftijd 20,4 jaar of gemiddeld inkomen van 2500 euro.

Opgave 29, 30 en 32.

1. Populatieproportie
2. Populatiegemiddelde

1. Populatieproportie
2. Populatiegemiddelde

10.6 Betrouwbaarheidsintervallen voor een gemiddelde.

De schatting doe je niet willekeurig maar met een formule.

   Linker grens   Rechter grens

Rechte haakjes, geen ronde!

Aantekening 10.6

Vanuit een uitgevoerde steekproef wil je iets zeggen over de gehele populatie. Dit kan je niet precies zeggen, vandaar dat je aangeeft dat je met 95% zekerheid zegt dat het interval zit tussen deze waarden.               

  formuleblad:                                                                          notatie:

Opgave 33, 36 en 37.

Hoofdstuk 13: Conclusies uit data

Invoegen plattegrond op niveau

Begrippen voorkennis:

Spreidingsmaten

- spreidingsbreedte

- interkwartielafstand

- standaardafwijking

Kwantitatieve en kwalitatieve variabelen.

Kennen jullie het onderscheid?

Aantekening voorkennis H13

Variabele kwalitatief of kwantitatief?

Variabele: voornaam

1. Kwantitatief
2. Kwalitatief

Variabele: Leerlingen nummer

1. Kwantitatief
2. Kwalitatief

Aant: 13.2 Nominaal, ordinaal, discreet en continu

Volgorde:                                                                              Tussenliggende waardes:

niet                           wel                                                                  Nee                       Ja

Nominaal

Ordinaal

Discreet

Continu

Variabele: leeftijd

1. Nominaal
2. Ordinaal
3. Discreet
4. Continu

Variabele: geslacht

1. Nominaal
2. Ordinaal
3. Discreet
4. Continu

Aantekening 13.2

Kwantitatief, in getallen (hoeveelheden):

Discreet: alleen in hele(of halve) getallen

Continu: alle tussenliggende waardes zijn ook mogelijk.

Kwalitatief, in woorden of getallen die geen hoeveelheid zijn:

Nominaal: er zit geen volgorde in

Ordinaal: er zit wel een volgorde in                                          

Vooropleiding

Woonplaats

Schoenmaat

Gewicht/lengte

Aant: 13.2 Nominaal, ordinaal, discreet en continu

                                  Max vcP                                                                       Boxplot

Nominaal

Ordinaal

Discreet

Continu

Aantekening 13.3

Maak een tabel met cum. percentages of een rel. som freq. polygoon

Opgave 16, 18 en 19

Wat is de max vcp? 

Is het verschil gering, middelmatig of groot?

13.4 Groepen vergelijken met formules

Kruistabel met nominale variabele

Gemiddelde en stand.afw zijn gegeven of af te leiden uit de tekst.

Vraag 10 oplossen met.

1. Effect grootte
2. PHI

Vraag 20 oplossen met.

1. Effect grootte
2. PHI