.. Gebruik je om te verwijzen naar een
persoon,
zaak of
gebeurtenis die je eerder hebt beschreven.
Voorbeelden van verwijswoorden zijn:
hem, haar, die, dit, deze, waar, daar, ervan, erop, daarin etc.
Een tekst met verwijswoorden leest prettiger.
Voorbeeld: 'Die generatie wil dat er meer met haar wensen rekening wordt gehouden.' --> Haar verwijst naar die generatie