6.1 Voedselproductie les 1

6.1 Voedselproductie les 1
1. Je kunt het verschil uitleggen tussen intensieve en biologische landbouw.
2. Je kunt beschrijven welke hoofdelementen en sporenelementen belangrijk zijn bij de groei van planten.
3. Je kunt uitleggen wat eutrofiëring is en hoe het tot stand komt.
4. Je kunt uitleggen op welke manieren voedsel langer houdbaar gemaakt wordt.
5. Je kunt uitleggen wat e-nummers/additieven zijn.
6. Je kunt uitleggen wat de ADI inhoudt en er berekeningen mee uitvoeren.
1 / 12
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

6.1 Voedselproductie les 1
1. Je kunt het verschil uitleggen tussen intensieve en biologische landbouw.
2. Je kunt beschrijven welke hoofdelementen en sporenelementen belangrijk zijn bij de groei van planten.
3. Je kunt uitleggen wat eutrofiëring is en hoe het tot stand komt.
4. Je kunt uitleggen op welke manieren voedsel langer houdbaar gemaakt wordt.
5. Je kunt uitleggen wat e-nummers/additieven zijn.
6. Je kunt uitleggen wat de ADI inhoudt en er berekeningen mee uitvoeren.

Slide 1 - Slide

Deze les
Opstart (5 min)
Nieuwe lesstof (15 min)
keuzewerktijd (20 min)
afsluiting (5 min)
Denk aan de afspraak m.b.t. opruimen!

Slide 2 - Slide

Landbouw (aantekening)
Intensieve landbouw: Veel voedselproductie op een klein oppervlak, zowel dierlijk als plantaardig.
Biologische landbouw: Landbouw waarbij geen kunstmest maar vooral biologische gewasbescherming wordt gebruikt. Bovendien krijgt vee alleen biologisch voedsel en worden medicijnen alleen bij ziekte van de dieren toegediend.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Video

Meststof en stikstofprobleem (aantekening)
Kunstmest: Door de mens gemaakte meststof. In kunstmest zitten voornamelijk de hoofdelementen calcium (Ca), fosfor (P), kalium (K), magnesium (Mg), stikstof (N) en zwavel (S). Deze elementen zijn aanwezig in de vorm van zouten.
Deze hoofdelementen zijn belangrijk voor de groei van de planten. Hiernaast hebben planten nog een aantal sporenelementen nodig, maar hiervan is maar heel weinig nodig. 

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

keuzewerktijd tot 08.55
Lees paragraaf 6.1 en/of
maak een samenvatting en/of
maak opdracht 1 t/m 5 van 6.1 op blz 136 en/of
maak je eigen leerdoelen bij 6.1
Loop je vast of ben je klaar: overleg met een klasgenoot, vraag je docent, vraag chat of kies een ander onderdeel. Je kan ook bezig met de flitskaarten. 


Slide 7 - Slide

afsluiting (5 min)
Maak de volgende vragen/slides om te kijken wat je al weet van de leerdoelen:

Slide 8 - Slide

Ik kan het verschil uitleggen tussen intensieve en biologische landbouw
A
Ik weet het verschil (nog) niet
B
Ik denk dat ik het verschil weet maar kan het nog niet uitleggen
C
Ik weet het verschil maar kan het nog niet uitleggen
D
Ik weet het verschil en kan dit ook uitleggen

Slide 9 - Quiz

Ik kan beschrijven welke hoofdelementen en sporenelementen belangrijk zijn bij de groei van planten
A
Dit kan ik (nog) niet
B
Ik weet dat deze elementen er zijn maar ik weet nog niet welke elementen het zijn
C
Ik weet welke elementen het zijn maar weet (nog) niet waarom ze belangrijk zijn
D
Ik weet welke elementen het zijn en kan ook uitleggen waarom ze belangrijk zijn bij de groei

Slide 10 - Quiz

Ik heb ook al gewerkt aan de andere leerdoelen van deze paragraaf
A
nee
B
een beetje
C
ik heb er wel aan gewerkt maar beheers ze nog niet
D
ik heb eraan gewerkt en ik beheers er ook al een aantal

Slide 11 - Quiz

Mijn eigen doelen
A
Hier heb ik (nog) niet over nagedacht
B
Ik heb erover nagedacht maar ik heb ze nog niet geformuleerd
C
Ik heb erover nagedacht en ik heb ze ook geformuleerd
D
Ik heb ze geformuleerd en ik beheers ze ook al voor een deel (of helemaal)

Slide 12 - Quiz