Grenzen aangeven

• AVL
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Grenzen aangeven 

les 2 van 'aha sociaal' 

Grenzen aangeven 

Doel van deze les 

Je kunt op een nette manier je grenzen aangeven 

Wat zou jij doen in deze situatie? (als je een omstander was)

Wat zou jij doen in deze situatie? (als je die mevrouw was)

Situaties

De vorige keer hebben we gesproken over een aantal situaties.

Je krijgt nu een aantal nieuwe situaties te zien. 

Geef aan of jij het oké vindt, of dat ze over jouw grens gaan. 

Je klasgenoot kijkt over je schouder mee op je telefoon.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Iemand zegt waar iedereen bij is: 'Jij durft toch nooit iets'.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Iemand komt tussen jou en een vriend in zitten, terwijl er nog plek genoeg is.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Een groepje leerlingen lacht je de hele dag uit en zegt dat je stinkt.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Een klasgenoot wil geld van je (lenen).

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Een klasgenoot maakt vervelende opmerkingen over/tegen een andere klasgenoot.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Iemand loopt tegen je aan wanneer het erg druk is in de gang op school.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Een boer laten bij je vrienden.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Een boer laten in de klas.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Een klasgenoot uitschelden (in het echt of via Whatsapp)

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Boos tegen een klasgenoot doen zonder dat hij/zij de reden weet.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Je docent of klasgenoten op hun vrije dag een appje sturen om iets te vragen, terwijl het ook kan wachten tot een andere dag.

1. Dat vind ik goed
2. Dat gaat over mijn grens!

Opdracht

Om grenzen aan te kunnen geven moet je eerst goed weten wat jij zelf wil (dus bij jezelf blijven). 

Ook moet je goed voelen waar jouw grens ligt. Hiervoor gaan we een oefening doen.

Gordon-methode

Je neemt een klasgenoot in gedachten en bedenkt ook wat hij/zij deed dat jij vervelend vond. 

Je schrijft over deze situatie de volgende dingen op een briefje (je zet er geen naam bij).

1) Begin met ik vind het vervelend dat je + het gedrag van de ander

2) benoem waarom je dat vervelend vindt

3) Geef aan wat je WEL graag zou willen. Bijvoorbeeld: misschien kun je.. 

Gordon-methode

Samen met een klasgenoot ga je jouw situatie bespreken. 

Je leest je briefje voor aan deze klasgenoot.

De klasgenoot geeft jouw tips en vertelt wat hij/zij in deze situatie zou doen. Deze tips schrijf je op je briefje.

Daarna wissel je om.

Let op: ook nu noem je geen namen.

Tips

1. Blijf vriendelijk maar communiceer duidelijk --> 

alleen 'nee' is ook genoeg. Je hoeft niet altijd een uitleg te geven.

2. Lichaamstaal: Sta rechtop, schouders naar achter, borst naar voren. Kijk de ander aan.

3. Blijf bij je besluit. Durf twee keer 'nee' te zeggen, de ander durft het ook twee keer te vragen.

 

4: Vertrouw op je (onderbuik)gevoel. Geeft iets je ineens een naar gevoel, zeg dan gerust nee.

5. Geef aan wanneer een ander over jouw grenzen heen gaat. 

Heb jij nog andere tips om duidelijk je grenzen aan te geven?

Ik vond deze les nuttig en fijn. Ik heb goede tips gekregen van klasgenoten en ga oefenen met het aangeven van mijn grenzen.

😒🙁😐🙂😃