H11.5 Energie besparen

H 11.5 Energie besparen
  • Herhaling H11.4
  • Uitleg H11.5
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting
1 / 17
next
Slide 1: Slide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H 11.5 Energie besparen
  • Herhaling H11.4
  • Uitleg H11.5
  • Zelfstandig werken
  • Afsluiting

Slide 1 - Slide


de citroen
A
der Zitrone
B
der Zitron
C
die Zitron
D
die Zitrone

Slide 2 - Quiz

Link de likeur met smaak
Amandel- of perzikpitten
Whiskey en room
Sinaasappel
Zwarte bessen
Vanille
Kruiden mix
Schotse Whisky
Honing
Citroen
Passievrucht
Passoã
Crème de cassis
D.O.M Bénédictine
43
Drambuie
Grand Marnier
Baileys
Irish Mist
Limoncello
Amaretto

Slide 3 - Drag question

Zijn de schijfjes citroen
op de foto een garnituur
of garnering?
A
garnituur
B
garnering

Slide 4 - Quiz

2 citroenen leverden samen een spanning van 1,5 V. Hoe veel spanning kunnen 4 citroenen opwekken?
A
1,5 V
B
3 V
C
0,75 V
D
6 V

Slide 5 - Quiz

de citroen
A
die zitrone
B
die Zitrone

Slide 6 - Quiz

Wat gaan we doen?
  • De wet van behoud van energie
  • Zuinig zijn met energie
  • Het rendement van lampen
  • Het energieverbruik berekenen
  • Het energielabel

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Video

De wet van behoud van energie
Voor elke energie-omzetter geldt de wet van behoud van energie:

Bij energie-omzettingen gaat nooit energie verloren.
Er komt ook nooit nieuwe energie bij.
De totale hoeveelheid energie is voor en na de energie-omzetting even groot.

Slide 9 - Slide

Zuinig zijn met energie
• Je energierekening gaat omlaag. Aardgas, benzine en elektriciteit kosten geld. Minder verbruiken betekent ook minder betalen.
• Het is beter voor het milieu. Elk gebruik van energiebronnen heeft nadelen voor het milieu. Zuinig zijn helpt die nadelen te verminderen.
• Het spaart grondstoffen en kostbare ruimte. Zonneparken beslaan bijvoorbeeld grote oppervlakken, al produceren ze ‘schone’ energie (afbeelding 2).
  • Je kunt energie besparen door voor energiezuinige apparaten te kiezen.
  • Je kunt ook energie besparen door je manier van leven te veranderen. 

Slide 10 - Slide

Het rendement van lampen
  • gloeilampen
  • spaarlampen
  • ledlamp 

Slide 11 - Slide

Het energieverbruik berekenen
E = P ∙ t

In deze formule is:
• E het elektrisch energieverbruik in kilowattuur (kWh);
• P het elektrisch vermogen in kilowatt (kW);
• t de tijd die het apparaat heeft gewerkt in uur (h).

1 kWh gelijk is aan 3,6∙106 J

Slide 12 - Slide

Voorbeeldopdracht 1
Nathan vervangt een gloeilamp van 50 W door een ledlamp van 5 W. Hij schat dat de ledlamp elk jaar 800 uur brandt.
Bereken hoeveel geld Nathan elk jaar op zijn energierekening bespaart, als 1 kWh € 0,23 kost.

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Het energielabel

Slide 15 - Slide

Maken
  • Paragraaf 5: Energie besparen
  • Opdracht 1 t/m 13
  • Start met lezen op blz 182

Slide 16 - Slide

Leerdoelen 11.4
11.5.1 Je kunt uitleggen wat de wet van behoud van energie inhoudt.
11.5.2 Je kunt toelichten wat precies wordt bedoeld met ‘zuinig zijn met energie’.
11.5.3 Je kunt twee manieren beschrijven waarop mensen energie kunnen besparen.
11.5.4 Je kunt de rendementen vergelijken van gloeilampen, spaarlampen en ledlampen.
11.5.5 Je kunt het energieverbruik van apparaten berekenen in joule en in kilowattuur.
11.5.6 Je kunt uitleggen hoe energielabels je kunnen helpen om een apparaat te kiezen.Nederland worden gebruikt.

Slide 17 - Slide