Werkwoordspelling herhaling

1 / 24

Slide 1: Slide

NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

Lesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Hij (branden) vroeger wel een kaarsje in de kerk.

brande

branden

brandden

brandde

Slide 5 - Quiz

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Voltooid deelwoorden - welke regel gebruik je om het werkwoord goed te schrijven?

Slide 8 - Open question

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Het is (gebeuren).

gebeurt

gebeurd

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Is gedeletet goed of fout?
Wij hebben dat gedeletet.

Goed

Fout

Slide 15 - Quiz

Gedeletet

Hele werkwoord = deleten

ik-vorm = delete

laatste klank is een -t --> 't ex kofschip --> Ja

-t

Slide 16 - Slide

Hoe schrijf je het woord tussen haakjes?
Het (deleten) telefoonnummer.

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Goed of fout?

Houdt je mond.

Goed

Fout

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

De (redden) schipbreukelingen werden (ondervragen).

geredden, ondervraagt

geredde, ondervraagt

geredde, ondervraagd

Slide 23 - Quiz

Het (gebeuren) niet vaak dat een dokter zelf (bloeden).

Verhuiste, gebeurt

Verhuiste, gebeurd

Verhuisde, gebeurt

Verhuisde, gebeurd

Slide 24 - Quiz