Werkwoordspelling - 3vwo/3havo

Welkom
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Welkom

Slide 1 - Slide

Persoonsvorm t.t.

Slide 2 - Mind map

Doelen: 
Je kan werkwoorden op de juiste manier schrijven. 
Je kan vertellen op welke manier je het woord spelt. 

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Persoonsvorm v.t.

Slide 6 - Mind map

Herschrijf: Maar het gebeurd wel eens dat de hond het opeet.

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Hij (branden) vroeger wel een kaarsje in de kerk.
A
brande
B
branden
C
brandden
D
brandde

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Voltooid deelwoorden - welke regel gebruik je om het werkwoord goed te schrijven?

Slide 12 - Open question

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Het is (gebeuren).
A
gebeurt
B
gebeurd

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Is gedeletet goed of fout?
Wij hebben dat gedeletet.
A
Goed
B
Fout

Slide 19 - Quiz

Gedeletet
Hele werkwoord = deleten
ik-vorm = delete
laatste klank is een -t --> 't ex  kofschip --> Ja
-t 

Slide 20 - Slide

Hoe schrijf je het woord tussen haakjes?
Het (deleten) telefoonnummer.

Slide 21 - Open question

Slide 22 - Slide

Goed of fout?

Houdt je mond.
A
Goed
B
Fout

Slide 23 - Quiz

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

De (redden) schipbreukelingen werden (ondervragen).
A
geredden, ondervraagt
B
geredde, ondervraagt
C
geredde, ondervraagd

Slide 27 - Quiz

De vrouw (verhuizen) een week nadat het was (gebeuren).
A
Verhuiste, gebeurt
B
Verhuiste, gebeurd
C
Verhuisde, gebeurt
D
Verhuisde, gebeurd

Slide 28 - Quiz

Het (gebeuren) niet vaak dat een dokter zelf (bloeden).
A
Gebeurt, bloed
B
Gebeurt, bloedt
C
Gebeurd, bloedt
D
Gebeurd, bloed

Slide 29 - Quiz

Wat heb ik geleerd?

Slide 30 - Mind map