8.3 Vrijhandel of niet?

• Economie
• Middelbare school
• vmbo k
• Leerjaar 3

3 KADER

8.3 Vrijhandel of niet?

Herhaling lesdoelen 8.2

- Welke afspraken zijn er in de Europese Unie gemaakt?
- Hoe belangrijk is de EU voor de Nederlandse handel?

- Hoe beïnvloedt de wisselkoers van de euro onze import en export?

Lesdoelen 8.3

- Hoe kan een land met andere landen concurreren?
- Waarom is er niet overal vrijhandel?

- Welke gevolgen zijn er doordat er niet overal vrijhandel is?

internationale concurrentiepositie

Een goede internationale concurrentiepositie voor Nederland betekent dat we een goede kwaliteit aan producten aan het buitenland leveren, tegen een lage prijs.

Wanneer heb je een goede concurrentiepositie als land?

• Goede kwaliteit goederen/diensten leveren
• Goed onderwijs
• Goede infrastructuur
• Investeren in innovaties
• Lage lonen
  

gevolgen internationale handel

• Inkomen
• Werkgelegenheid
• Welvaart

Gevolg van globalisering: internationale arbeidsverdeling

• producten worden gemaakt in het land waar ze het beste en/of goedkoopste zijn.

Gevolg van globalisering voor Nederland

Voordeel:

Nederland heeft een open economie, dit levert dus veel internationale handel op.

Nadeel:

Grote bedrijven verplaatsen productie naar lagelonenlanden: voor laaggeschoolde werknemers hebben hier last van.

Gevolg van globalisering wereldwijd

• Ongelijke verdeling van de welvaart
• Negatieve gevolgen voor milieu 
• Uitputting energiebronnen

Protectiemaatregelen

De douane controleert personen, bagage en ingevoerde producten.

De Europese unie beschermt de eigen bedrijven door:

• Invoerrechten
• Contingentering
• Exportsubsidie

Invoerrechten (I)

Invoerrechten zijn in alle lidstaten van de EU gelijk      

(= gemeenschappelijk buitentarief).

Geen invoerrechten bij kleine bestellingen via internet.

Invoerrechten (II)

Gevolgen van invoerrechten:

* Daling import 

* Stijging binnenlandse productie

* Consumenten betalen meer voor  geïmporteerde producten

* Eigen producten worden naar verhouding goedkoper

Contingentering (I)

contingentering = importquota

er mag een maximale hoeveelheid ingevoerd worden

Gevolgen van contingentering

* daling import 

* stijging binnenlandse productie

* consumenten kunnen minder  geïmporteerde producten kopen

* eigen producten worden gekocht

contingentering = importquota

er mag een maximale hoeveelheid ingevoerd worden

importbeperkende werking

Gevolgen van 

Exportsubsidie: 

* stijging export 

* stijging binnenlandse productie

* het buitenland betaalt minder voor  onze producten

exportsubsidie: om beter te concurreren met buitenland geven we eigen bedrijven geld

exportbevorderende werking

Noem 2 zaken die belangrijk zijn om een goede concurrentiepositie te hebben als land

noem 2 negatieve kanten van globalisering

Noem 2 positieve kanten aan globalisering

Welke producten exporteert Nederland?

1. Aardgas, auto's, bloembollen
2. Chemische producten, zuivelproducten, tuinbouwproducten
3. Tabak, aardgas, schoenen
4. chemische producten, electronica, kleding

Wat is de juiste term voor de extra belasting die je moet betalen als je producten importeert?

Internationale handel is:

1. importeren
2. exporteren
3. doorvoeren
4. alle onder a, b en c genoemde dingen

Wat heb je geleerd?

Hoe kan een land met andere landen concurreren?

Waarom is er niet overal vrijhandel?

Welke gevolgen zijn er doordat er niet overal vrijhandel is?

extra uitleg/

verdieping