Woche 22

H3d Duits, Woche 22
1 / 18
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 18 slides, with text slides.

Items in this lesson

H3d Duits, Woche 22

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Beginopdracht


Leer 5 minuten de woordjes van A. 
Blz. 114.

Slide 3 - Slide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Grammatik C
Lesen: Aufgabe 14 (1/2)
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik C
Lesen: Aufgabe 14 (2/2)
Hausaufgaben
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Wörterliste A + B
Lesen: Aufgabe 5
LOGO
Hausaufgaben

Slide 4 - Slide

Wörterliste A + B
S. 114

Slide 5 - Slide

Lesen
Aufgabe 5
S. 88-89

Lees de tekst op blz. 89 en maak de vragen in het Nederlands op blz. 88.

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Beginopdracht


Maak Aufgabe 6 op blz. 88.
Kies voor elke lege plek een woord uit woordenlijst B.

Slide 8 - Slide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Grammatik C
Lesen: Aufgabe 14 (1/2)
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik C
Lesen: Aufgabe 14 (2/2)
Hausaufgaben
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Wörterliste A + B
Lesen: Aufgabe 5
LOGO
Hausaufgaben

Slide 9 - Slide

Grammatik C
Wat weet je nog van de keuzevoorzetsels?

Slide 10 - Slide

Grammatik C
Als je de wann/wo/wohin-vraag niet kunt stellen, dan geldt de

7/2-regel

2 = auf + über = + 4e naamval
7 = rest van HAANINVUUZ = + 3e naamval

Slide 11 - Slide

Grammatik C
Als je de wann/wo/wohin-vraag niet kunt stellen, dan geldt de

7/2-regel

1. Auf diese Weise kann ich nicht arbeiten. 
2. Auf meinem Schreibtisch liegt ein Buch.

Slide 12 - Slide

An die Arbeit
- Aufgabe 8 (S. 91):
Kies per zin de juiste uitgangen. Gebruik het schema op blz. 161 en 164 en bedenk goed of je de wann/wo/wohin-vraag wel/niet kunt stellen. 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Beginopdracht
Vertaal:
Versie A
Versie B
de tuin
de bank
het knuffeldier
het lid
het evenement
de wedstrijd
het drumstel
de hoeveelheid
de leden
de rubber laarzen

Slide 15 - Slide

Diese Woche:
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Grammatik C
Lesen: Aufgabe 14 (1/2)
Hausaufgaben
Freitag (40 Min.)

Beginopdracht
Herhaling Grammatik C
Lesen: Aufgabe 14 (2/2)
Hausaufgaben
Dienstag (40 Min.)

Beginopdracht
Wörterliste A + B
Lesen: Aufgabe 5
LOGO
Hausaufgaben

Slide 16 - Slide

Herhaling Grammatik C
- HAANINVUUZ

- Welke vragen stel je + welke naamvallen horen daarbij? 

- Wat als je deze vragen niet kunt stellen? 

Slide 17 - Slide

Herhaling Grammatik C
- Nakijken: Aufgabe 8 (S. 91)

- An die Arbeit: Aufgabe 9 (S. 91).
Schrijf eerst per zin de vraag op die je stelt (wann/wo/wohin/geen vraag). Kies daarna de juiste uitgang. 

Klaar? Door met Aufgabe 14 op blz. 96-97.

Slide 18 - Slide