Woche 19

H2 Duits, Woche 19
1 / 21
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with text slides.

Items in this lesson

H2 Duits, Woche 19

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Beginopdracht

Slide 3 - Slide

Diese Woche (H2c):
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Woordjes B
Grammatik C: Voorzetsels met de 3e naamval en het persoonlijk voornaamwoord
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Grammatik C: Voorzetsels met de 3e naamval en het persoonlijk voornaamwoord
Lesen: Aufgabe 14
Hausaufgaben
Montag (40 Min.)

Studiewijzer TP5
Lesen: Aufgabe 5 + 6
Woordjes A
Hausaufgaben

Slide 4 - Slide

Diese Woche (H2d):
Dienstag (80 Min.)

Beginopdracht
Woordjes B
Grammatik C: Voorzetsels met de 3e naamval en het persoonlijk voornaamwoord
Hausaufgaben
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Grammatik C: Voorzetsels met de 3e naamval en het persoonlijk voornaamwoord
Lesen: Aufgabe 14
Hausaufgaben
Montag (40 Min.)

Studiewijzer TP5
Lesen: Aufgabe 5 + 6
Woordjes A
Hausaufgaben

Slide 5 - Slide

Studiewijzer
- planning
- toetsstof

Slide 6 - Slide

Lesen
Aufgabe 5: S. 86
A = onbekende woorden begrijpen
B = Lees de tekst en schrijf per dier de voor-/nadelen op.

Klaar? Ga door met:
Aufgabe 6: S. 87
Schrijf per omschrijving het passende woord 
uit woordenlijst B (S. 110) op. 

Slide 7 - Slide

Kurzlernliste
Wörterliste A

--> oefenen via Quizlet

Slide 8 - Slide

Beginopdracht

Lees zelfstandig (in stilte!) de theorie bij Grammatik C op blz. 88-89 in je werkboek. Bedenk zelf het antwoord op de  onderstaande vragen: 
1. Wat moet je onthouden bij de voorzetsels 'mit-nach-bei-...' ?
2. Wat valt op aan de 3e naamval van 'wir' en 'ihr'?
3. Wat valt op aan de 3e naamval van 'sie' enkelvoud?

Slide 9 - Slide

Diese Woche (H2c):
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Grammatik C: Voorzetsels met de 3e naamval en het persoonlijk voornaamwoord
Woordjes B
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Grammatik C: Voorzetsels met de 3e naamval en het persoonlijk voornaamwoord
Lesen: Aufgabe 14
Hausaufgaben
Montag (40 Min.)

Studiewijzer TP5
Lesen: Aufgabe 5 + 6
Woordjes A
Hausaufgaben

Slide 10 - Slide

Diese Woche (H2d):
Dienstag (80 Min.)
Beginopdracht
Check Hausaufgaben
Grammatik C: Voorzetsels met de 3e naamval en het persoonlijk voornaamwoord
Woordjes B
Lesen
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Grammatik C: Voorzetsels met de 3e naamval en het persoonlijk voornaamwoord
Lesen: Aufgabe 14
Hausaufgaben
Montag (40 Min.)

Studiewijzer TP5
Lesen: Aufgabe 5 + 6
Woordjes A
Hausaufgaben

Slide 11 - Slide

Grammatik C
blz. 88-89

Kennen = 
- voorzetsels met de 3e naamval

Kunnen = 
- voorzetsels met de 3e naamval VERTALEN
- een persoonlijk voornaamwoord in de 3e naamval INVULLEN

Slide 12 - Slide

Grammatik C
Hebben we voorzetsels al eerder gedaan? Zo ja, waarbij? 

Slide 13 - Slide

Grammatik C
Schrijf de voorzetsels + vertalingen op in je schrift (let op: 2 staan er niet in je boek!): 

aus
uit
außer
behalve
entgegen
tegemoet
gegenüber
tegenover
mit
met
nach
na, naar
bei
bij
seit
sinds
von
van
zu
naar

Slide 14 - Slide

Grammatik C
An die Arbeit: 

- Aufgabe 8 (S. 89): 
Lees de tekst en vul op de lege plekken telkens een Duits voorzetsel in. 
Elk voorzetsel komt maar 1x voor. 

- Aufgabe 9 (S. 89): 
Vertaal de zinsdelen tussen haakjes. Let erop dat je de 3e naamval gebruikt! 

Slide 15 - Slide

Kurzlernliste
Wörterliste B

Slide 16 - Slide

Beginopdracht
Vertaal: (klaar? Blz. 88-89 pakken)

Versie A
Versie B
de dierenarts
het dierenasiel
bijten
bezighouden
brengen
halen
zacht
hard
zorgen voor
een wandeling maken

Slide 17 - Slide

Diese Woche (H2c):
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Woordjes B
Grammatik C: Voorzetsels met de 3e naamval en het persoonlijk voornaamwoord
Hausaufgaben
Freitag (80 Min.)

Beginopdracht
Grammatik C: Voorzetsels met de 3e naamval en het persoonlijk voornaamwoord
Arbeitsblätter
Lesen: Aufgabe 14
Montag (40 Min.)

Studiewijzer TP5
Lesen: Aufgabe 5 + 6
Woordjes A
Hausaufgaben

Slide 18 - Slide

Diese Woche (H2d):
Dienstag (80 Min.)

Beginopdracht
Grammatik C: Voorzetsels met de 3e naamval en het persoonlijk voornaamwoord
Woordjes B
Hausaufgaben
Donnerstag (40 Min.)

Beginopdracht
Grammatik C: Voorzetsels met de 3e naamval en het persoonlijk voornaamwoord
Lesen: Aufgabe 14
Hausaufgaben
Montag (40 Min.)

Studiewijzer TP5
Lesen: Aufgabe 5 + 6
Woordjes A
Hausaufgaben

Slide 19 - Slide

Grammatik C
An die Arbeit: 

- Aufgabe 8: 
Lees de tekst en vul op de lege plekken telkens een Duits voorzetsel in. 
Elk voorzetsel komt maar 1x voor. 

- Aufgabe 9: 
Vertaal de zinsdelen tussen haakjes. Let erop dat je de 3e naamval gebruikt! 

Slide 20 - Slide

Klaar met de stencils? 
S. 92: Lees de tekst "Wie ich ein echter Imker wurde" en beantwoord de vragen in het Nederlands. 

S. 93: Lees de tekst "Ich züchte Tiere" en beantwoord de vragen in het Nederlands. 

Klaar met beide teksten? > Ga woordjes leren op Quizlet. 

Slide 21 - Slide