This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes and text slides.
Een naamgedicht is leuk en heel persoonlijk.
Het begint met een naam.
De letters van de naam staan onder elkaar.
Elke letter is het begin van een (bij de naam of persoon) passende dichtregel, waardoor en flitsend gedicht ontstaat.
Daar ligt ze
O zo mooi
O zo prachtig
Rozen om haar heen
Nu komt de prins
Redder in nood
O zo snel
O zo stoer
Sterk met zijn zwaard
Ja daar wijkt de haag
En dan ...de kus
Nu schrijf ik
Alle letters
Allemaal onder elkaar
Maat, of rijm, of vorm
Doen eventjes niet mee
Ik knutsel totdat elke regel
Cool klinkt zoals ik het wil
Het wordt dan haast vanzelf
Toch een mooi gedicht