This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 50 min
Items in this lesson
Thema 2 basisstof 1
organen van dieren/mensen
Slide 1 - Slide
jeugdjournaal.nl
Slide 2 - Link
De leerdoelen
Je kunt organen benoemen in een Torso
Je kunt organen benoemen in orgaanstelsels van mensen.
Slide 3 - Slide
organisme
een organisme is een levend wezen
mensen vallen onder de dieren
Slide 4 - Slide
Waaruit bestaat je lichaam?
Je lichaam bestaat uit organen.
Elk orgaan heeft een eigen taak
Organen kun je bekijken in een torso
Slide 5 - Slide
samenwerken
In een orgaanstelsel hebben de organen een gezamelijke taak. bijv het verteren van voedsel.
Elk orgaan heeft daarbij wel elk een eigen taak.
De mond doet iets anders dan de darmen.
Slide 6 - Slide
Welke orgaanstelsels heb je?
Voorbeelden van orgaanstelsels zijn:
Bloedvatenstelsel
Ademhalingsstelsel
Verteringsstelsel
Skelet
Spierstelsel
Zenuwstelsel
Slide 7 - Slide
De organen van een mens
Je moet de organen in de afbeelding kunnen benoemen en aangeven bij welk orgaanstelsel ze horen.
Slide 8 - Slide
Deze organenstelsels moet je kennen. Weet je hoe ze heten en welke functie ze hebben? Met het plaatje op de volgende dia kun je de organen oefenen.
Slide 9 - Slide
Slide 10 - Slide
Organen van dieren
Je moet kunnen bedenken waar de organen van andere dieren zitten.
Voor zoogdieren geldt dat de organen erg lijken op die van een mens. Bij insecten is dat niet het geval. vergelijk de twee volgende dia's maar eens met elkaar!
Slide 11 - Slide
Omdat een hond een zoogdier is lijken zijn organen heel erg op die van ons.
Slide 12 - Slide
In afbeelding 4 zie je een sprinkhaan. Haar organen lijken niet op die van ons.
Een sprinkhaan is een insect. Bij een sprinkhaan zul je de organen niet gelijk herkennen.
Slide 13 - Slide
ademhalingsstelsel
bloedvatenstelsel
verteringsstelsel
hart
bronchie
ader
lever
darmen
maag
luchtpijp
slokdarm
aorta
longen
Slide 14 - Drag question
Hierboven zie je een torso zoals in het biologielokaal. Een aantal organen zijn ernaast neergelegd.Sleep de namen van de organen naar het juiste orgaan.
Nier
Longen
Lever
Luchtpijp
Aorta
Slide 15 - Drag question
Opdrachten
2.1 opdrachten 1 tot en met 7
(opdracht 4, de samenvatting, die maak je als laatste!)