Maandag 28 november 2022

Maandag 28 november 2022
08.30 - 09.20 uur 
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.25 - 10.10 uur Woordenschat
Nieuwe woorden thema technologie
12.40 - 13.30 uur 
Nieuwsbegrip

10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 -14.20uur
rekenen
10.30  - 11.20  uur  
disk Zelfstandig werken thema technologie
11.20 - 12.10 uur
lezen: Hoe doe je dat?
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Maandag 28 november 2022
08.30 - 09.20 uur 
Lezen in je leesboek
12.10 - 12.40 uur 
Pauze
09.25 - 10.10 uur Woordenschat
Nieuwe woorden thema technologie
12.40 - 13.30 uur 
Nieuwsbegrip

10.10 - 10.30 uur Pauze
13.30 -14.20uur
rekenen
10.30  - 11.20  uur  
disk Zelfstandig werken thema technologie
11.20 - 12.10 uur
lezen: Hoe doe je dat?

Slide 1 - Slide

Lezen 

Slide 2 - Slide

Woordenschat
Vandaag vijf (nieuwe) woorden bij het thema Technologie.
Schrijf het woord op en ook de betekenis.

Slide 3 - Slide

eruitzien
  • hoe iets aan de buitenkant is;
  • het lijkt erop dat.....;
  • werkwoord: het ziet er uit.....
  • Zin: Ik wil er altijd mooi uitzien als ik naar een restaurant ga.
  • Zin: Het ziet er naar uit dat het morgen gaat regenen.

Slide 4 - Slide

aantrekkelijk
  •  er leuk uitzien;
  • er mooi uitzien
  • Zin: Ik vind deze jongen aantrekkelijk. Ik vind dat hij een mooi gezicht heeft.

Slide 5 - Slide

kleurrijk
  • met heel veel kleuren
  • tegenstelling: kleurloos (zonder kleur)
  • Zin: Ik vind kleding die kleurrijk is, erg mooi.
  • Zin: De foto is kleurrijk.

Slide 6 - Slide

het model

  • iemand van wie foto's gemaakt worden;
  • iemand die nieuwe kleding laat zien in een show;
  • Zin: De man is een model voor de nieuwe spijkerbroek.

Slide 7 - Slide

het modetijdschrift
  • een blad (tijdschrift) over kleding dat je bijvoorbeeld elke week kan kopen;
  • in het tijdschrift kan je lezen welke kleding nu modern is.
  • Zin: In het modetijdschrift staat altijd welke kleding nu modern is.

Slide 8 - Slide

Waar wordt het woord
het model
goed uitgelegd?
A
Het model stuurt de auto.
B
Het model bakt brood.
C
Het model geeft les aan de leerlingen.
D
Het model laat de kleding zien.

Slide 9 - Quiz

Welke persoon (man of vrouw) vind jij
aantrekkelijk?

Slide 10 - Open question

Waar wordt het woord
kleurrijk
goed gebruikt?
A
Kleurrijk is dat je 1 kleur gebruikt.
B
Kleurrijk is dat je veel kleuren gebruikt.
C
Kleurrijk is dat je 2 kleuren gebruikt.
D
Kleurrijk is dat je geen kleuren gebruikt.

Slide 11 - Quiz

Waar zie je een foto van een modetijdschrift?
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Welke persoon vind je er leuk uitzien?

Slide 13 - Open question

Opdracht: welk woord hoort in de zin?
Welk woord hoort in de zin? Schrijf alleen het woord op, niet de hele zin!

Slide 14 - Slide

... .............. laat zien welke kleding deze winter populair is.

Slide 15 - Open question

Heb je goed geslapen? Ik vind dat jij ...... goed ........

Slide 16 - Open question

De jas van die mevrouw is ........... Ik vind al deze kleuren erg mooi.

Slide 17 - Open question

Hij vindt dat meisje erg ................... Hij vindt haar mooi en lief.

Slide 18 - Open question

Ik wil .... ............... deze week kopen. Dan weet ik welke kleding populair is.

Slide 19 - Open question

Zinnen maken

Het rad draait een naam. Zie je jouw naam? Dan maak je een zin met 1 van de woorden.
De woorden: 

Slide 20 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
20:00

Slide 21 - Slide

Disk
Werken aan bronnen en bouwstenen Disk thema Technologie.

Wil je een andere kleur of een toets maken? Vraag het je docent!

Slide 22 - Slide

Lezen, hoe doe je dat?
  • We gaan samen de opdrachten maken in het boek

Slide 23 - Slide

Pauze
    Pauze 
timer
30:00

Slide 24 - Slide

Begrijpend lezen
  • We kijken naar het journaal wat past bij de les:
  • We lezen samen de tekst:
  • Je maakt zelf de vragen:
  • We kijken samen de vragen na. 

Slide 25 - Slide

rekenen
zelfstandig op de laptop

Slide 26 - Slide