Medicatie oefentoets

Medicatie oefentoets
1 / 15
next
Slide 1: Slide
VakspecifiekMBOStudiejaar 2,3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Medicatie oefentoets

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Parentaal betekent
A
Via het maag-darm kanaal
B
Buiten het maag-darmkanaal om

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Het verminderen van verschijnselen van een aandoening (d.m.v. een medicijn) heet ook wel....
A
causale werking
B
profylactische werking
C
symptoombestrijding

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Sublinguaal betekent;
A
in de vagina
B
in de ader
C
onder de tong
D
onder de huid

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Een medicatiepleister zoals
Fentanyl is een vorm van
transdermale toediening
A
Juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Wat is de regel van 5?
Begin je antwoord met Juiste

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Wat is het belangrijkste om te doen als er een fout is gemaakt in medicatie verstrekken?
A
Achterhalen wie de fout gemaakt heeft
B
Achterhalen waarom de fout gemaakt is
C
De zorgvrager observeren op schadelijke bij effecten

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

MAG JE EEN FENTANYL PLEISTER KNIPPEN?
A
Ja
B
Nee
C
dat ligt aan de soort pleister
D
alleen met een plastic schaar

Slide 8 - Quiz

Het juiste antwoord is C: sommige fentanyl-pleisters mag je wel knippen, andere niet
Een matrixpleister met fentanyl mag je knippen, omdat het geneesmiddel gelijkmatig verdeeld is.
In een reservoirpleister mag je niet knippen.
Een matrixpleister is overal even dik, een reservoirpleister is vaak iets dikker in het midden.
Als een nieuwe fentanylpleister plakt, dan moet dat op de plek van oude pleister.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

Altijd gelijk verwisselen om dubbele doseringen en medicatiefouten te voorkomen. Deze pleisters geven na 3 dagen nog steeds wat fentanyl af.
Welke inhalatie begin je mee als je meerdere pufjes moet geven bij een zorgvrager?
A
Luchtwegverwijder
B
Luchtwegbeschermer

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Bij het geven van een klysma
A
laat je de cliënt op de rechterzij liggen
B
Laat je de cliënt bij het toilet staan
C
Zorg je dat de vloeistof koud is
D
Laat je de cliënt op de linkerzij liggen

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Oogdruppels zijn na openen van het flesje beperkt houdbaar, namelijk:
A
1 week
B
3 maanden
C
1 maand
D
6 maanden

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het advies bij het toedienen van oogdruppels?
A
De oogflacon op het oog zetten
B
Maximaal 1 druppel tegelijk in het oog
C
Na toedienen 2 sec. de traanbuis dichtduwen
D
Bovenlid omhoog trekken bij toedienen

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Waar moet je op letten bij oordruppels?
A
Flesje handwarm maken voor gebruik
B
Juiste hoeveelheid druppels toedienen
C
Na toedienen 5 minuten blijven liggen
D
Allemaal

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

applaus

Slide 15 - Slide

This item has no instructions