Quiz algemene spelling 2 atheneum

Quiz algemene spelling 2 atheneum
1 / 42
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 42 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Quiz algemene spelling 2 atheneum

Slide 1 - Slide

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
minijurk
B
mini-jurk

Slide 2 - Quiz

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
BMIwaarden
B
BMI-waarden

Slide 3 - Quiz

Waar is het koppelteken juist gebruikt?
A
14 jarigen
B
14-jarigen

Slide 4 - Quiz

Wat is juist?
A
ex-roker
B
ex roker
C
exroker
D
ëxroker

Slide 5 - Quiz

Wat is juist?
A
mee-ëten
B
mee-eten
C
meeëten
D
meëeten

Slide 6 - Quiz


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
verzekeringsmaatschappij
B
verzekerings-maatschappij
C
verzekerings maatschappij
D
ik weet het niet

Slide 7 - Quiz


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
whiskycola
B
whisky cola
C
whisky-cola
D
ik weet het niet

Slide 8 - Quiz


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
adjunctdirecteur
B
adjunct directeur
C
adjunct-directeur
D
ik weet het niet

Slide 9 - Quiz


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
winkelcentrum
B
winkel centrum
C
winkel-centrum
D
ik weet het niet

Slide 10 - Quiz


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
Calvépindakaas
B
Calvé pindakaas
C
Calvé-pindakaas
D
A en C mogen allebei

Slide 11 - Quiz


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
kophalsrompboerderij
B
kop hals romp boerderij
C
kop-hals-romp-boerderij
D
kop-hals-rompboerderij

Slide 12 - Quiz


Wat is de juiste schrijfwijze?
A
langetermijnplanning
B
lange termijn planning
C
lange-termijn-planning
D
lange-termijnplanning

Slide 13 - Quiz

Bij welke klinkers is er sprake van klinkerbotsing in een samenstelling?
A
aa
B
ea
C
ia
D
oa

Slide 14 - Quiz

Bij welke klinkers is er géén sprake van klinkerbotsing in een samenstelling?
A
ao
B
eu
C
ou
D
ui

Slide 15 - Quiz

akte + tas
A
aktetas
B
aktentas

Slide 16 - Quiz

collecte + bus
A
collectenbus
B
collectebus

Slide 17 - Quiz

knarsen + tanden
A
knarsentanden
B
knarsetanden

Slide 18 - Quiz

reus + leuk
A
reuzeleuk
B
reuzenleuk

Slide 19 - Quiz

reus + rad
A
reuzenrad
B
reuzerad

Slide 20 - Quiz

rijst + pap
A
rijstepap
B
rijstenpap

Slide 21 - Quiz

spin + wiel
A
spinnenwiel
B
spinnewiel

Slide 22 - Quiz

spin + web
A
spinnenweb
B
spinneweb

Slide 23 - Quiz

maan + schijn
A
manenschijn
B
maneschijn

Slide 24 - Quiz

stad + schouwburg
A
stadschouwburg
B
stadsschouwburg

Slide 25 - Quiz

Welk woord krijgt een hoofdletter?
A
noorden
B
walvisstraat
C
kerstvakantie
D
hockey

Slide 26 - Quiz

Wat is juist?
A
Kerstboom
B
kerstboom

Slide 27 - Quiz

Wat is juist?
A
woensdag
B
Woensdag

Slide 28 - Quiz

Wat is juist?
A
meneer S. Van der Zee
B
meneer S. Van Der Zee
C
meneer S. van der Zee
D
meneer S. van der zee

Slide 29 - Quiz

Wat is juist?
A
goudse kaas
B
Goudse Kaas
C
Goudse kaas

Slide 30 - Quiz

Juist of onjuist:
engelse drop
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quiz

Juist of onjuist:
Mercedes
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quiz

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quiz

Wat is juist?
A
café Zeezicht
B
café zeezicht

Slide 34 - Quiz

Wat is juist?
A
lente
B
Lente

Slide 35 - Quiz

De media schrijft bijzonder negatief over deze superster.
A
Goed
B
Fout

Slide 36 - Quiz

De kudde schapen stak de weg over.
A
Goed
B
Fout

Slide 37 - Quiz

De jeugd in de grote steden als Amsterdam, Rotterdam en Utrecht hebben een probleem.
A
Goed
B
Fout

Slide 38 - Quiz

Mensen die belangstelling hebben voor de functie worden verzocht te reageren.
A
Goed
B
Fout

Slide 39 - Quiz

Softdrugs zijn gevaarlijker dan de meeste jongeren denken.
A
Goed
B
Fout

Slide 40 - Quiz

Dertig procent van de spaarders haalden hun geld van hun rekening.
A
Goed
B
Fout

Slide 41 - Quiz

Dertig procent van de spaarders haalden hun geld van hun rekening.
Verbeter deze zin.

Slide 42 - Open question