6.1 Spanningsbronnen

H6. Elektriciteit
Hoofdstuk 6
1 / 14
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

H6. Elektriciteit
Hoofdstuk 6

Slide 1 - Slide

Elektriciteit

Slide 2 - Mind map

Leerdoel
Je leert wat er nodig is om een elektrisch apparaat te laten werken. 

Slide 3 - Slide

Spanningsbronnen
Een telefoon, fietslamp en föhn zijn elektrische apparaten.



Een spanningsbron zorgt voor de energie die een elektrisch apparaat nodig heeft om te werken.

Slide 4 - Slide

Noem drie spanningsbronnen.

Slide 5 - Open question

Batterij
Dynamo
Stopcontact
Generator
Accu
Solar panel

Slide 6 - Slide

Spanningsbron
Een spanningsbron heeft twee aansluitpunten.

Bij een batterij noemen we dit de polen

De ene pool heet pluspool en de andere pool heet minpool.

Slide 7 - Slide

Spanningsbron

De aansluitpunten van een stopcontact heten fase en nul

Slide 8 - Slide

Apparaat aansluiten 
  • Als we een apparaat op een te lage spanning aansluiten:
    Apparaat werkt niet of niet goed

  • Alw we een apparaat op een te hoge spanning aansluiten:
    Apparaat gaat stuk (daña)

Slide 9 - Slide

Spanning
De spanning van de spanningsbron bepaalt hoeveel energie de spanningsbron kan leveren. 

Het symbool voor spanning is U
De eenheid van spanning is volt

Stopcontacten in Nederland hebben een spanning van 230 V
Stopcontacten op Aruba hebben een spanning van 110 V
Symbool
Grootheid
Spanning
      U
Eenheid
    Volt
      V

Slide 10 - Slide

400.000V = 400 kV
3,8 kV = 3800 V

Slide 11 - Slide

Spanningsmeter / voltmeter
Aansluitpunt 'min'
Aansluitpunten 'plus'
Schaalverdeling

Slide 12 - Slide

Maakwerk
Hoofdstuk 6

Vragen 1 t/m 9


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video