2MHA Week 3 1.3 Weet wat je nodig hebt

  Weet wat je nodig hebt
1 / 24
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

  Weet wat je nodig hebt

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
- Ik kan uitleggen wat voor behoeften je kunt hebben
- Ik kan met voorbeelden uitleggen waardoor mensen  verschillende behoeften hebben
- Ik kan het verschil tussen goederen en diensten uitleggen
-  Ik kan uitleggen hoe je in je behoeften kunt voorzien
- Ik kan rekenen met procenten

Slide 5 - Slide

Geld betalen voor brood is een voorbeeld van
A
directe ruil
B
Indirecte ruil

Slide 6 - Quiz

Pinnen in de winkel is een voorbeeld van gebruik van Giraal geld
A
Juist
B
Onjuist

Slide 7 - Quiz

Je hebt 129 euro op je bankrekening.
Je koopt een trui voor 39 euro. Je ontvangt 10 euro zakgeld. Wat is je nieuwe saldo?

Slide 8 - Open question

Behoeften
- Basis behoeften

- Overige behoeften

Slide 9 - Slide

= Primaire behoeften

Slide 10 - Slide

Secundaire behoefte
  • Niet noodzakelijk
  • Luxe

Slide 11 - Slide

Secundaire behoeften

= Dingen die niet noodzakelijk zijn om te kunnen leven:

  • Sieraden
  • Vakantie
  • Film in de bioscoop
  • Telefoon
  • enz.

Slide 12 - Slide

1.3  Weet wat je nodig hebt
Opdracht: maken opgaven 1 en 3
Hoe: alleen of met je buurman/ buurvrouw
fluisterend overleg
Tijd: 4 minuten en dan bespreken
Eerder klaar: lees de tekst "Behoeften verschillen" op pag. 23

Slide 13 - Slide

1.3 Weet wat je nodig hebt
Lezen:   Behoeften verschillen     p. 23 

 Opdracht: maken opgaven 4 tm 6
Hoe: alleen of met je buurman/ buurvrouw
fluisterend overleg
Tijd: 10 minuten en dan bespreken
Eerder klaar: lees de tekst "Tastbaar of niet" op pag. 24

Slide 14 - Slide

Goederen en diensten

Slide 15 - Slide

1.3 Huiswerk
Vragen afmaken t/m blz 27. Volgende week afstemmen

Slide 16 - Slide

1.3 Weet wat je nodig hebt
Lezen:  Voorzien in je behoeften  p. 25

Opdracht: maken opgaven 7, 10, 11 en 12
Hoe: alleen of met je buurman/ buurvrouw
fluisterend overleg
Tijd: 8 minuten en dan bespreken

Slide 17 - Slide

Rekenen!

Slide 18 - Slide

Rekenen met procenten
Een procent is één honderdste deel.      1 : 100 

Voorbeeldsom:  Hoeveel is 12,5% van 150?
1.  verhoudingstabel   
getal   150|   1,5  |  18,75
      %   100|    1   |   12,5   
                         

Slide 19 - Slide

Rekenen met procenten
Een procent is één honderdste deel.      1 : 100 
Voorbeeldsom:  Hoeveel is 12,5% van 150?

2.  kruistabel           150|   
                                           100| 12,5   
                         


Slide 20 - Slide

Rekenen met procenten
Een procent is één honderdste deel.      1 : 100 
Voorbeeldsom:  Hoeveel is 12,5% van 150?
                        
3.       150 : 100 x 12,5  =  18,75  

                       4.   150 x 0,125  = 18,75       methode boek


Slide 21 - Slide

Rekenen met procenten
Schrijf alle berekeningen altijd op! 

Opdracht: maken opgaven 16 en 19
Hoe: alleen of met je buurman/ buurvrouw
fluisterend overleg
Tijd: 5 minuten 


Slide 22 - Slide

Huiswerk 
-   Afmaken opgaven 16 en 19 op p. 26 & 27
-  En de opgaven 9 en 10 van Rekenen op p. 35

Slide 23 - Slide

Afsluiting
Check jezelf, heb jij de lesdoelen behaald?

 

Wat ging er goed tijdens de les?
Wat kan nog beter?    

Slide 24 - Slide