Paragraaf 2.1 Het skelet deel 1 en 2

Extra opdracht?
Lopen als een dier --> verhouding enkel/been etc.

https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?utm_source=newsletter&utm_medium=e-mail&utm_campaign=user-mailing&msg=32897
1 / 18
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 18 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Extra opdracht?
Lopen als een dier --> verhouding enkel/been etc.

https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?utm_source=newsletter&utm_medium=e-mail&utm_campaign=user-mailing&msg=32897

Slide 1 - Slide

Planning
  • It's Learning: planning periode 2
  • Toets evalueren H1
  • Startopdracht H2: skelet tekenen 

Slide 2 - Slide

Startopdracht
Probeer het skelet zo goed 
mogelijk te tekenen in een leuke positie. Denk eraan dat je alle
botten tekent! (Gebruik je boek)

Klaar? Gebruik bron 2 in je boek om alle de botten te benoemen!

Slide 3 - Slide

2.1 Het skelet

Slide 4 - Slide

Planning
  • Uitleg over heel 2.1
  • Botten invullen in skelet
  • Opdrachten maken 

Slide 5 - Slide

Doel van de les
Je kunt:
  • de botten van het skelet aanwijzen en benoemen.
  • de groepen wervels aanwijzen en benoemen van een wervelkolom.
  • de botten van de hand en voet aanwijzen en benoemen.
  • de 4 taken en functies omschrijven van het skelet.

Slide 6 - Slide

Het skelet
  • Je hebt 206 botten / beenderen
  • De botten in je hoofd vormen je schedel.
  • Je schedel staat op je wervelkolom (dubbele s vorm)

  • Je borstkas bestaat uit je ribben, een deel van de wervelkolom en je borstbeen.
  • De wervelkolom zit aan je heupbeenderen vast. Die horen bij je heupen of bekken.
  • Je armen en benen noem je ledematen.



Slide 7 - Slide

Het skelet
het skelet heeft 4 taken:
  • stevigheid
  • vorm
  • kwetsbare organen beschermen
  • beweging mogelijk maken



Slide 8 - Slide

Het skelet
Benoem de botten in jouw tekening. We gaan ze stap voor stap langs bij het skelet.

Slide 9 - Slide

Wervelkolom
  • Ribben zitten vast aan de borstwervels.
  • Heiligbeen en staartbeen zijn vergroeid.
  • Heiligbeen zit vast aan heupbeenderen.

                         

Slide 10 - Slide

Opvangen van schokken
Om de schokken van lopen rennen en springen op te vangen heeft je wervelkolom 2 mechanismes:
  1. Dubbele S vorm
  2. Tussenwervelschijven van kraakbeen

Slide 11 - Slide

Wervels
Wervel bestaat uit:
  • wervellichaam: geeft stevigheid aan wervelkolom.
  • wervelgat: hierin ligt het ruggenmerg met zenuwen en zenuwcellen.
  •  uitsteeksels

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Bouw van botten
Botten bestaan uit:
  • Beenweefsel: bestaat uit beencellen.
  • Bloedvaatjes en zenuwen
  • Beenmerg: midden in holle ruimte.

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Hoe zijn botten gebouwd?
Beencellen maken stof met veel kalk en weinig lijmstof, die stof ligt tussen de cellen. Erg stevig.

Kraakbeenweefsel (buigzaam) bestaat uit kraakbeencellen. Tussencelstof met veel lijmstof en weinig kalk
Waar in je lichaam zit kraakbeen?

Slide 16 - Slide

Verbening
Skelet van baby bestaat bijna helemaal 
uit kraakbeen: erg buigzaam, maar minder 
stevig.

Het kraakbeen verandert in been: verbening.
In de groeischijven blijft langer kraakbeen zitten. Die 
groeischijven zorgen voor de lengtegroei van de 
pijpbeenderen. Uiteindelijk verbenen die ook.

Slide 17 - Slide

Opdrachten

Maak opdrachten 1 t/m 18 van 2.1

(eerst 10 min. in stilte)



timer
10:00

Slide 18 - Slide