Kader 3 - Fictie les 44

Lesplanning
1. Lezen in je boek - 10 min
2. Klassikaal starten - 5 min 
3. Uitleg les 44 - 5 min
4. Klassikaal vraag 3- 5 min
5. Zelfstandig aan de slag - 15 min
6. Afsluiten - 5 min


Doel van de les:
Je vertelt op welke kenmerken een boek wordt beoordeeld.

Je kunt vertellen waaruit een oordeel bestaat.
1 / 10
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 10 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Lesplanning
1. Lezen in je boek - 10 min
2. Klassikaal starten - 5 min 
3. Uitleg les 44 - 5 min
4. Klassikaal vraag 3- 5 min
5. Zelfstandig aan de slag - 15 min
6. Afsluiten - 5 min


Doel van de les:
Je vertelt op welke kenmerken een boek wordt beoordeeld.

Je kunt vertellen waaruit een oordeel bestaat.

Slide 1 - Slide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Slide

Recensie Smiley - Lotte Boot

Slide 3 - Slide

Uitleg les 44 - oordeel/recensie
Een oordeel bestaat uit 2 delen:
  1. De mening --> Ik vond het een leuk verhaal
  2. De argumenten -> omdat de personages heel geloofwaardig waren en het verhaal was spannend. 

Bij een beoordeling/recensie let je  op:
1) Personen, 2) Gebeurtenissen, 3) Opbouw, 4) Taalgebruik 

Slide 4 - Slide

Klassikaal opdr. 3 maken
Wat: opdr. 3 van les 44
Hoe: Klassikaal
Hulp: mevrouw Rondhuis + vak belangrijk
Tijd: 5 min
Klaar? Verder met de rest
timer
5:00

Slide 5 - Slide

Zelfstandig aan de slag
Wat: maken opdr. 4 t/m 11 van les 44
Hoe: in stilte, met muziek
Hulp: Mevrouw Rondhuis
Tijd: 15 min 
Uitkomst: Je hebt zelf een recensie over je boek geschreven
Klaar? Schrijf een verhaaltje met daarin 2 voorbeelden van  beeldspraak  + 3 woorden uit les 44 OF lezen in je leesboek. 
timer
15:00

Slide 6 - Slide

Waaruit bestaat een oordeel?

Slide 7 - Open question

Op welke 4 kenmerken wordt een verhaal vaak beoordeeld?

Slide 8 - Open question

Wat betekent 'lamgeslagen'?
A
Iets wat je aanbeveelt
B
Wat je hevig en sterk voelt
C
Droevige gebeurtenis
D
Onthuts, uit het evenwicht

Slide 9 - Quiz

Wat betekent 'beeldspraak'?
A
Letterlijk taalgebruik
B
Dat je iets zegt en het ook zo bedoelt
C
Figuurlijk taalgebruik
D
Dat je iets zegt, maar het niet zo precies bedoelt.

Slide 10 - Quiz