1.3 Zuivere stoffen en mengsels

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

1.3 Zuivere stoffen en mengsels

Doel van deze les

- Even kort herhalen

- Uitleg 1.3 zuivere stof en mengsels

- Aan de slag met 1.3

Stofeigenschappen

- Fase (vast, vloeibaar of gasvorming)

- Smaak (helaas mag je bij Scheikunde nooit proeven)

- Geur (zolang je maar voorzichtig ruikt)

- Kleur

- Oplosbaarheid in water

- Kookpunt

- Smeltpunt

Deeltjesmodel

(s)                                         (l)                                         (g)

Het deeltjesmodel: afspraken

– Iedere stof is opgebouwd uit heel kleine deeltjes, meestal moleculen genoemd. 

– Elke stof bestaat uit zijn eigen soort moleculen. 

– Moleculen bewegen voortdurend en de snelheid van bewegen hangt af van de temperatuur. 

– Moleculen trekken elkaar aan.

Fasedriehoek

1.3 Zuivere stoffen en mengsels

Na deze les kan je:

- de begrippen zuivere stof en mengsel uitleggen

- het verschil tussen een zuivere stof en een mengsel benoemen.

- onderzoeken of een stof een zuivere stof is of een mengsel

Zuivere stof en mengsel

Zuivere stof: 

• is één stof en bestaat uit dezelfde moleculen (deeltjes)
  

Mengsel:

• meerdere verschillende soorten moleculen (deeltjes) door elkaar

Zuivere stof/ mengsel

1 is een......?

1. Zuivere stof
2. Mengsel

2 is een......?

1. Zuivere stof
2. Mengsel

Wat zie je hier?

1. Zuivere stof
2. Mengsel

Wat zie je hier?

1. Zuivere stof
2. Mengsel

Stelling: kraanwater is een zuivere stof

Ben je het hier mee eens? Waarom wel/niet?

fase overgang

chemische reactie

mengsel

De ruimte tussen de moleculen is leeg (er zit geen lucht tussen)

Je kan een behoorlijke hoeveelheid suiker oplossen in water zonder dat het volume toeneemt. Dit komt omdat de suikermoleculen in de ruimte tussen de watermoleculen gaat zitten.

Scheiden

Mengsels kun je ook weer scheiden in de afzonderlijke stoffen. 

Hoe bepaal je of het een mengsel of zuivere stof is?

Laat de stof smelten, stollen of verdampen (koken)

• als het een zuivere stof is: blijft de temperatuur hetzelfde bij de faseverandering
• als het een mengsel is dan:  dan verandert de temperatuur tijdens de faseverandering

Zuivere stof

bij een zuivere stof heb je een: smeltpunt, stolpunt of kookpunt

Mengsel

Stoltraject

Mengsel

bij een mengsel heb je een: smelttraject, stoltraject of kooktraject

Traject

Bekijk de grafiek hiernaast. Wat is het stolpunt van deze stof?

1. 400 graden
2. 250 graden
3. 100 graden
4. Kun je niet zeggen

Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:

Sinaasappelsap

1. A
2. B

Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:

Koper

1. A
2. B

Welke stof wordt er hier verwarmd?

Bevroren slootwater

Bevroren gedestilleerd water

1. Bevroren slootwater
2. Bevroren gedestilleerd water

Geef aan of de stof bij grafiek a of bij grafiek b hoort:

Benzine

1. A
2. B

Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen

§1.3 Zuivere stoffen en mengsels 

Onthouden

• Zuivere stoffen bestaan uit een soort moleculen.
• Bij een faseovergang van een zuivere stof blijft de temperatuur constant.
• Een zuivere stof heeft een smeltpunt, stolpunt of kookpunt. 
• Aceton, diamant, suiker en soda zijn voorbeelden van zuivere stoffen

Hoofdstuk 1. Materialen en stoffen

§1.3 Zuivere stoffen en mengsels 

Onthouden!

• Mengsels bestaan uit meerdere soorten moleculen.
• Bij een faseovergang van een mengsel blijft de temperatuur niet constant. 
• Een mengsel heeft een smelttraject, stoltraject of kooktraject.
• De meeste stoffen die je gebruikt, zoals melk, kraanwater en koffie, zijn mengsels

Huiswerk

Lezen Paragraaf 1.3

Maken opdracht 1 t/m 8

Havo maken opdracht 1 t/m 9

Klaar? TestJezelf van 1.3 maken

Extra

Lees het artikel op de volgende website. 

https: