toetsvoorbereiding H3

toetsvoorbereiding H3
lees samenvatting 3.1
1 / 26
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

toetsvoorbereiding H3
lees samenvatting 3.1

Slide 1 - Slide

De eerste wereldoorlog duurde van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919

Slide 2 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de Eerste Wereldoorlog?
A
Nationalisme
B
Bondgenootschappen
C
Religie
D
Wapenwedloop

Slide 3 - Quiz

De Eerste Wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919

Slide 4 - Quiz

In de Eerste Wereldoorlog werd er gevochten met...
A
Zwaarden en paarden
B
Gas, zwaarden en paarden
C
Gas, mitrailleurs, paarden, bommen, tanks
D
Tanks, auto's, atoomwapens en mitrailleurs

Slide 5 - Quiz

Oorzaken voor de Eerste Wereldoorlog
Sleep de juiste beschrijving naar het juiste begrip
Nationalisme
Militarisme
Wapenwedloop
verheerlijking van het leger 
strijd om de sterkste bewapening 
liefde voor het eigen land

Slide 6 - Drag question

NATIONALISME
WAPEN
WEDLOOP
BONDGENOOT
SCHAPPEN
eigen volk eerst
als ik maar sterker ben dan de ander
Jouw vijand is mijn vijand.

Slide 7 - Drag question

lees samenvatting 3.2

Slide 8 - Slide

Wat is fascisme?
A
Eigen land en een sterke leider zijn belangrijk
B
Eerlijkheid en rechtvaardigheid zijn belangrijk
C
Een lange rij
D
Vinden het belangrijk dat mensen niet in lange rijen staan

Slide 9 - Quiz

Wat hoort er niet bij het nationaal socialisme?
A
Een sterke leider
B
Democratie
C
Racisme
D
Antisemitisme

Slide 10 - Quiz

Volgens het nationaal-socialisme
A
waren alle rassen gelijk.
B
waren Arische mensen Üntermenschen.
C
behoorden Joden tot het Arische ras.
D
was het Arische ras superieur.

Slide 11 - Quiz

Wat is GEEN kenmerk van het Nationaal-Socialisme?
A
Rassenleer
B
Gebruik maken van geweld
C
Totalitair
D
Meerdere partijenstelsel

Slide 12 - Quiz

nationaal socialisme
A
democratie
B
terreur
C
rassenleer
D
dictatuur

Slide 13 - Quiz

Wie kreeg in Duitsland steeds meer invloed?
A
Mussolini
B
Hitler
C
Koning Willem Alexander

Slide 14 - Quiz

Wat is een dictatuur?
A
Een krant
B
Een land met één heerser
C
De economische wereldcrisis
D
Werkloosheid

Slide 15 - Quiz

Hitler had geen vertrouwen in de democratie
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quiz

lees samenvatting 3.3 en 3.4 

Slide 17 - Slide

Het water in een rivier is...
A
Zout
B
Zoet
C
Gemengd (zoet en zout)
D
Zuur

Slide 18 - Quiz

Hoeveel % van al het water op aarde is zoet water
A
23,6%
B
2,5%
C
14,7%
D
70%

Slide 19 - Quiz

Waar begint de waterkringloop?
A
In een meer
B
Op het land
C
In een rivier
D
In de zee

Slide 20 - Quiz

Wat zijn de juiste stappen van een korte waterkringloop?
A
1. verdamping zeewater 2. neerslag op land 3. neerslag in zee
B
1. neerslag op land 2. condensatie --> wolken 3. neerslag op land
C
1. verdamping zeewater 2. condensatie --> wolken 3. neerslag in zee
D
1. neerslag op land 2. neerslag in zee 3. verdamping zeewater

Slide 21 - Quiz

Hoe wordt de vorming van waterdruppels uit waterdamp in de lucht genoemd?
A
Infiltratie
B
Condensatie
C
Verdamping
D
Neerslag

Slide 22 - Quiz

De Rijn is een ..... rivier en de Maas een .... rivier
A
regen, smeltwater
B
gemengd, smeltwater
C
regen, gemengd
D
gemengd, regen

Slide 23 - Quiz


Wat is geen sediment?
A
Grind
B
Zand
C
Water
D
Klei

Slide 24 - Quiz

Een gemengde rivier is een rivier die ... ?
A
Zijn water krijgt van regen- en smeltwater
B
Die zowel zoet als brak water heeft
C
Door twee of meer landen stroomt
D
Zijn water krijgt van grijs- en zwart water

Slide 25 - Quiz

Slide 26 - Video