3.1 De eerste wereldoorlog deel 2

3.1 De Eerste Wereldoorlog
1 / 34
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

This lesson contains 34 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3.1 De Eerste Wereldoorlog

Slide 1 - Slide

Planning
- Herhaling vorige les
- herhaling uitleg 3.1
- Zelfstandig aan de slag?
- SO H2 bespreken? Punt topo terug
- Afsluiting

Slide 2 - Slide

Herhaling vorige les

Slide 3 - Slide

Oorzaken voor de Eerste Wereldoorlog
Sleep de juiste beschrijving naar het juiste begrip
Nationalisme
Militarisme
Wapenwedloop
verheerlijking van het leger 
strijd om de sterkste bewapening 
liefde voor het eigen land

Slide 4 - Drag question

NATIONALISME
WAPEN
WEDLOOP
BONDGENOOT
SCHAPPEN
eigen volk eerst
als ik maar sterker ben dan de ander
Jouw vijand is mijn vijand.

Slide 5 - Drag question

Oorzaken van de Eerste Wereldoorlog Welke hoort er niet bij?
A
Groeiend Nationalisme
B
Militarisme
C
Wapenwedloop
D
Propaganda

Slide 6 - Quiz

Geallieerden
Centralen
Duitsland
Oostenrijk-Hongarije
Frankrijk
Verenigd-Koninkrijk
Rusland

Slide 7 - Drag question

De eerste wereldoorlog was van... tot...
A
1914-1917
B
1940-1945
C
1914-1918
D
1914-1919

Slide 8 - Quiz

3.1 De eerste wereldoorlog
Leerdoelen:
Je kunt uitleggen wat de oorzaken waren voor het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog.
Je weet welke partijen bij de oorlog betrokken waren.
Je kunt beschrijven hoe partijen elkaar bestreden.
Je weet welke gevolgen de oorlog had (voor Nederland)

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Vertaling:
ZIJN WIJ BANG? NEE!!
 Een Amerikaans affiche 
 Tekst boven: Deze vrouwen doen hun werk.
 Tekst onder: Ze leren hoe ze kogels moeten maken 
Vertaling:
ZIJN WIJ BANG? NEE!!
Vertaling:
Uw vaderland is in gevaar. Meld je meteen!
Propaganda posters

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

De oorlog
Door nieuwe technieken en fabrieken was de oorlog heel anders als men toen gewend was.



Slide 15 - Slide

De oorlog:
-treinvervoer
-mitrailleur
-handgranaat
-vlammenwerper
-gifgas
-tank
-vliegtuig

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Video

Wat zijn de beste woorden om de Eerste Wereldoorlog te beschrijven?
A
Loopgraven, nieuwe wapens, veel doden .
B
Vliegtuigen, Tanks, Gifgas.
C
Trein en auto, maar ook postduif en paard,
D
Nieuwe wapens, veel land veroverd, veel doden.

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Slide

De oorlog
Dus ontzettend veel vernietiging, gewonden en doden.

Slide 22 - Slide

Nederland was Neutraal:
Je kiest geen partij.

Op deze manier probeerde Nederland uit de oorlog te blijven.
Met succes!

Slide 23 - Slide

Gevolgen van de oorlog voor Nederland
- 1.000.000. Belgische vluchtelingen.
(ook Engelse, Duitse wilde aan de oorlog ontsnappen)

- De geallieerde stopten de handel met Nederland waardoor er tekorten aan voedsel en brandstof ontstond. 

Slide 24 - Slide

3.1 De Eerste Wereldoorlog

Slide 25 - Slide

Wat betekent neutraal
A
je leger op sterke maken.
B
je bent onpartijdig.
C
je bent tegen smokkelen.
D
Je vangt vluchtelingen op.

Slide 26 - Quiz

Wie begon de Eerste Wereldoorlog?
A
Frankrijk
B
Duitsland
C
Engeland
D
Sovjet-Unie

Slide 27 - Quiz

Wat is geen oorzaak van de Eerste Wereldoorlog?
A
nationalisme
B
bondgenootschappen
C
religie
D
wapenwedloop

Slide 28 - Quiz

In de Eerste Wereldoorlog werd er gevochten met...
A
zwaarden en paarden
B
gas, zwaarden en paarden
C
gas, mitrailleurs, bommen, tanks
D
Tanks, auto's, atoomwapens en mitrailleurs

Slide 29 - Quiz

Wie vocht tegen wie in de eerste wereldoorlog?
A
De Centralen tegen de Geallieerden
B
Frankrijk tegen Duitsland
C
De communisten tegen de Nazi's
D
De VS tegen Europa

Slide 30 - Quiz

Nakijken
Opdracht 1 t/m 9 op blz. 90 t/m 94

Slide 31 - Slide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Video

Planning
- Herhaling vorige lessen
- nakijken opdracht 1 t/m 9
- Zelfstandig aan de slag
- Afsluiting

Slide 34 - Slide