Afrondende les voor de toets (wat moet je kennen/kunnen)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je laptop (dicht)
  • je leerwerkboek/schrift
  • je etui
1 / 12
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je laptop (dicht)
  • je leerwerkboek/schrift
  • je etui

Slide 1 - Slide

Planning
  • Huiswerk bespreken
  • Wat leren voor de toets
  • Werkmoment
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Slide

Huiswerk bespreken
Test jezelf 1.7

Leerdoel: samengestelde zin
(ook ontleden volgens de vaste volgorde)

Slide 3 - Slide

Feedback op test jezelf
  • Een persoonsvorm is altijd een werkwoord.
  • Een ng zegt wat iemand is: is geworden => is hondsmoe geworden.
  • Bij een ng heb je nooit een lv.
  • Het o en het lv beginnen nooit met een voorzetsel.
  • Het mv begint met aan of voor of je kunt het erbij denken. Je moet aan of voor weg kunnen laten.
  • Er zit niet altijd een lv of mv of bwb in een zin.
  • In een enkelvoudige zin zit elk zinsdeel er 1 keer in. BWB kan vaker.

Slide 4 - Slide

Samengestelde zin (p.58/59)
Samengestelde zin => 2 persoonsvormen (of meer).



Hoofdzin:
* o en pv naast elkaar
* er kan niets tussen


Bijzin:
* o en pv niet naast elkaar
* OF er kan 'niet' tussen

Slide 5 - Slide

Leerdoelen toets 1.5
  • Je kent de woorden uit de woordenlijst (p. 41).
  • Je kunt de betekenis noemen op basis van het gebruik in een zin of tekst.
  • Je kunt met elk woord een zin mee maken waaruit de betekenis blijkt.
  • Zin begint met een hoofdletter en eindigt met een punt.


Slide 6 - Slide

Leerdoelen toets 1.7
  • Ik weet wat een enkelvoudige en een samengestelde zin is.
  • Ik kan in een zin aanwijzen welk deel hoofdzin is en welk deel bijzin. (p. 58 en 59)
  • Ik kan een zin ontleden volgens de vaste volgorde: pv, zinsdeelstrepen, wg of ng, o, lv, mv, bwb (p. 54 en 233).
  • Ik kan een samengestelde zin ook ontleden volgens de vaste volgorde en zet // tussen de delen.

Slide 7 - Slide

Leerdoelen toets 1.8
  • Ik ken de woordsoorten: lw, bn, zn, vz, vw, ww, kww, hww, zww, psv, bzv, av, vrv (p. 63/233) en kan ze in een zin benoemen.

  • Het gedeelte over de tijden van het werkwoord op pagina 66 hoef je voor de toets niet te kennen.


Slide 8 - Slide

Leerdoelen toets 1.9
  • Ik ken de regels voor het spellen van de persoonsvorm in tegenwoordige en verleden tijd en kan deze toepassen in een zin  (p. 72 en 234).
  • Ik ken de theorie over de leestekens en kan deze goed toepassen op een zin (p. 74/75).
  • Ik kan de twintig dicteewoorden goed spellen (p.77).

Slide 9 - Slide

Instructie
Werk alleen, maak de Test Jezelf van 1.8 en 1.9 digitaal.

Leerdoel onvoldoende?
  • Oefen digitaal met versterk jezelf.
  • Kijk nog eens naar de theorie en je huiswerk.
  • Stel je vragen.
  • Maak de Test Jezelf opnieuw.

Slide 10 - Slide

Aan welk leerdoel wil je
de laatste les werken?

Slide 11 - Open question

Afsluiting
  • Dinsdag laatste les voor de toets.
  • Begin met leren en oefenen!
  • Test jezelf 1.5 is eigen keuze om te maken.

Slide 12 - Slide