This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
1.4 Nauwkeurig meten
Pak je IPad, werkboek, etui en agenda.
Slide 1 - Slide
Tijdens een feestje warm je pizza's op. Je wilt onderzoeken of de pizza heet genoeg is, maar er is alleen een koortsthermometer. Wat kun je met een koortsthermometer meten?
A
De temperatuur in de oven, in de keuken, in de koelkast en van je lichaam .
B
Alleen de temperatuur van je lichaam en in de keuken.
C
Alleen de temperatuur van je lichaam.
Slide 2 - Quiz
Programma van deze les
Korte terugblik op vorige les
Interactieve uitleg (denk aan IPad gebruik)
Aan de slag met opdrachten
Pauze
Project: bouwen!
Slide 3 - Slide
Hoeveel kilogram lucht is er ongeveer in het klaslokaal?
A
3,5 gram
B
200 kilogram
C
0 gram, want lucht weegt niets
Slide 4 - Quiz
Leerdoelen
Ik weet van welke twee punten het afhankelijk is welk meetinstrument ik gebruik.
Ik ken verschillende thermometers en hun werking.
Ik ken het begrip meetbereik.
Ik weet wat ijken is.
Ik kan een schaalverdeling maken.
Ik kan een grafiek tekenen met behulp van gegevens uit een tabel.
Ik weet welke onderdelen in een goed lijndiagram horen.
Ik kan een grafiek aflezen.
Slide 5 - Slide
Meetinstrument
Je meet een grootheid altijd met een passend meetinstrument.
Voor iedere klus is er het juiste meetinstrument
Slide 6 - Slide
Welk meetinstrument hoort bij welke grootheid?
temperatuur
volume
massa
lengte
Slide 7 - Drag question
Meetbereik
De schaalverdeling op de thermometer geeft het meetbereik aan.
Voor elke meting is er een geschikte thermometer.
Slide 8 - Slide
Wat meet je met welk meetinstrument?
Omtrek van je middel meten
De lengte van een kamer opmeten
De dikte van een boek opmeten
Een afbeelding in je boek opmeten
Slide 9 - Drag question
Meetinstrument kiezen
Hangt af van:
wat je wilt meten en
hoe nauwkeurig je wilt meten
Slide 10 - Slide
Meetinstrumenten
Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
Meetinstrument
Massa
m
Kilogram
kg
Weegschaal
Volume
V
Liter
L
Maatcilinder
Afstand
s
Meter
m
Liniaal/rolmaat
Temperatuur
T
Graden Celsius/
Kelvin
C
K
Thermometer
Tijd
t
Seconde
s
klok/stopwatch
°
Slide 11 - Slide
Juiste meetinstrument kiezen
Je moet er voor zorgen dat je het juiste meetinstrument kiest voor dat wat je meet. Het moet niet te gevoelig zijn of niet gevoelig genoeg.
Er zit ook een verschil tussen digitaal en analoog.
Slide 12 - Slide
Soorten thermometers
Temperatuur kun je meten met een thermometer:
vloeistofthermometer
digitale thermometer
Slide 13 - Slide
De thermometer
Meten is weten
Stijgbuis en reservoir
Meetbereik
vloeistofthermometer
Slide 14 - Slide
Vloeistofthermometer
Slide 15 - Slide
Slide 16 - Video
Op welk onderdeel van een thermometer kan je de temperatuur aflezen?
A
Reservoir
B
Schaalverdeling
C
Ophanghaakje
D
Je kan geen temperatuur aflezen
Slide 17 - Quiz
Wat is de temperatuur in °C?
A
27 °C
B
72 °C
C
23 °C
D
Je kan geen temperatuur aflezen
Slide 18 - Quiz
Tijdens een feestje warm je pizza's op. Je wilt onderzoeken of de pizza heet genoeg is, maar er is alleen een koortsthermometer. Wat kun je met een koortsthermometer meten?
A
De temperatuur in de oven, in de keuken, in de koelkast en van je lichaam .
B
Alleen de temperatuur van je lichaam en in de keuken.
C
Alleen de temperatuur van je lichaam.
Slide 19 - Quiz
Temperatuursensor
Deze geeft een signaal aan de computer. Met het meetprogramma kan je:
de temperatuur weergeven op het scherm.
een reeks temperatuurmetingen doen.
van de metingen een grafiek maken.
Grafiek!
Slide 20 - Slide
Van de tabel een grafiek maken
Groei van tuinkers
Slide 21 - Slide
Stappenplan voor tabel en diagram maken
Slide 22 - Slide
Grafieken aflezen
Welke temperatuur
hoort bij 8 uur?
Slide 23 - Slide
Grafieken aflezen
Welke temperatuur
hoort bij 8 uur?
Slide 24 - Slide
Grafieken aflezen
Welke temperatuur
hoort bij 8 uur?
Slide 25 - Slide
Grafieken aflezen
Welke temperatuur
hoort bij 8 uur?
Slide 26 - Slide
Grafieken aflezen
Welke temperatuur
hoort bij 8 uur?
Slide 27 - Slide
Grafieken aflezen
Welke temperatuur
hoort bij 8 uur?
Slide 28 - Slide
Grafieken aflezen
Welke temperatuur
hoort bij 8 uur?
Bij 8 uur hoort een temperatuur van 10 °C.
Slide 29 - Slide
Welke temperatuur hoort bij 14 uur?
A
10 °C
B
15 °C
C
20 °C
D
25 °C
Slide 30 - Quiz
Welke temperatuur hoort bij 20 uur?
A
10 °C
B
15 °C
C
20 °C
D
25 °C
Slide 31 - Quiz
Aan de slag!
Maak alle opdrachten van 1.4 Nauwkeurig meten.
Ben je klaar? Kijk dan de opdrachten van 1.3 na.
Al gedaan? Dan mag je verder met je project!
timer
1:00
Slide 32 - Slide
Project
Bouwen aan je ballonauto!
Nog niet klaar met de andere opdrachten? Maak deze dan eerst af.