1.4 herhaling

Herhaling 1.4 Nauwkeurig meten
1 / 20
next
Slide 1: Slide
W&TMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 20 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Herhaling 1.4 Nauwkeurig meten

Slide 1 - Slide

Leerdoelen


  • Ik weet van welke twee punten het afhankelijk is welk meetinstrument ik gebruik. 
  • Ik ken verschillende thermometers en hun werking. 
  • Ik ken het begrip meetbereik. 
  • Ik weet wat ijken is. 
  • Ik kan een schaalverdeling maken. 
  • Ik kan een grafiek tekenen met behulp van gegevens uit een tabel. 
  • Ik weet welke onderdelen in een goed lijndiagram horen. 
  • Ik kan een grafiek aflezen. 


Slide 2 - Slide

Meetinstrument
Je meet een grootheid altijd met een passend meetinstrument.

Voor iedere klus is er het juiste meetinstrument


Slide 3 - Slide

Meetbereik

De schaalverdeling op de thermometer geeft het meetbereik aan. 

Voor elke meting is er een geschikte thermometer. 

Slide 4 - Slide

Meetinstrumenten 
Grootheid
Symbool
Eenheid
Symbool
Meetinstrument
Massa
m
Kilogram
kg
Weegschaal
Volume
V
Liter
L
Maatcilinder
Afstand
s
Meter
m
Liniaal/rolmaat
Temperatuur
T
graden Celsius/
Kelvin
   C
K
Thermometer
Tijd
t
uur
h
klok/stopwatch
°

Slide 5 - Slide

Juiste meetinstrument kiezen
Je moet er voor zorgen dat je het juiste meetinstrument kiest voor dat wat je meet. Het moet niet te gevoelig zijn of niet gevoelig genoeg.

Er zit ook een verschil tussen digitaal en analoog. 

Slide 6 - Slide

Soorten thermometers
Temperatuur kun je meten met een thermometer:
  • vloeistofthermometer
  • digitale thermometer

Slide 7 - Slide

De thermometer
  • Meten is weten
  • Stijgbuis en reservoir
  • Meetbereik 


vloeistofthermometer

Slide 8 - Slide

Thermometer
Je ziet dat er onderin een rode vloeistof is. Deze vloeistof zet uit wanneer het warmer wordt. Om te meten hoe warm het is moet je langs de stijgbuis een schaalverdeling maken. 

Het 'ijken' van een thermometer leggen we op de volgende slide uit.

Slide 9 - Slide

Temperatuursensor
Deze geeft een signaal aan de computer. Met het meetprogramma kan je:
  • de temperatuur weergeven op het scherm.
  • een reeks temperatuurmetingen doen. 
  • van de metingen een grafiek maken. 

Grafiek!

Slide 10 - Slide

Van de tabel een grafiek maken 

Slide 11 - Slide

Stappenplan voor tabel en diagram maken

Slide 12 - Slide

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 

Slide 13 - Slide

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 

Slide 14 - Slide

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 

Slide 15 - Slide

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 

Slide 16 - Slide

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 

Slide 17 - Slide

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 

Slide 18 - Slide

Grafieken aflezen
Welke temperatuur 
hoort bij 8 uur? 
Bij 8 uur hoort een temperatuur van 10 °C. 

Slide 19 - Slide

Aan de slag!
Maak de opdrachten van 1.4 vanaf vraag 15. 

Wil je wat extra? De extra gaat deze keer over het meten van liefde. Hoe ziet die thermometer er dan uit? 
timer
15:00

Slide 20 - Slide