Le mercredi 26 mars (H3d-s13)

Coucou!
1 / 19
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Coucou!

Slide 1 - Slide

Au programme
- on va parler français!
- huiswerk bespreken
- herhaling ww devoir en bijwoord
- proeftoets


leerdoelen:
- je kunt vertellen hoe je winterreis was
- je bereidt de toets van unité 4 voor

 

Bientôt le contrôle de français!


Slide 2 - Slide

On va parler français!
- Qu'est-ce que tu as fait la semaine dernière?
- Qu'est-ce que tu as aimé le plus?
J'ai aimé le plus....
- Qu'est-ce que tu as aimé le moins?
J'ai aimé le moins..
- Donne une note sur 20 à ton expérience.
Je donne la  note de ...

Slide 3 - Slide

Schrijven over hobby/sport
Voorbeeld: Bonjour, je m'appelle madame Lagerburg.
Je fais du karaté. (quoi)
Je fais du sport de combat depuis cinq ans. (sinds wanneer of hoelang)
J'adore parce que j'ai appris à mieux me défendre et à avoir plus confiance en moi. (waarom)
Je pratique le karaté dans un club d'art martiaux, deux fois par semaine, les lundis et mercredis. ( waar en wanneer)
Pour faire du karaté au niveau professionnel, tu dois/il faut avoir une bonne discipline morale et physique. (kenmerken top niveau karate)

Slide 4 - Slide

LIRE EXTRA 1  gemaakt?
Nakijken online via de methode:

4.2. lire. menu au choix. lire extra I

Slide 5 - Slide

Vertaal: zij moeten (mmv)
A
ils devent
B
ils doivent
C
il doit
D
ils doivont

Slide 6 - Quiz

Vertaal: hij zal moeten
A
il devra
B
il devrait
C
il a dû
D
il doivra

Slide 7 - Quiz

Vertaal: jullie moesten
A
vous devez
B
vous avez dû
C
vous doiviez
D
vous deviez

Slide 8 - Quiz

Vertaal: ik heb moeten
A
j'ai du
B
je suis dû
C
j'ai dû
D
j'ai devoir

Slide 9 - Quiz

Het bijwoord zegt iets over:
A
een werkwoord
B
een bijvoeglijk naamwoord
C
een ander bijwoord
D
de hele zin

Slide 10 - Quiz

Maak een bijwoord: facile

Slide 11 - Open question

Maak een bijwoord: malheureux

Slide 12 - Open question

Maak een bijwoord: seul

Slide 13 - Open question

Maak een bijwoord: sportif

Slide 14 - Open question

Vertaal: beter

Slide 15 - Open question

Vertaal: goed

Slide 16 - Open question

Vertaal: slecht

Slide 17 - Open question

unité 4 oefenen?
 - woordjes apprendre 1-2-4-6-8 via studygo, quizlet, flashcards etc..
- verbe devoir (p. p.c imp en futur) met verbuga.eu en via de methode online 
4.3 grammatica I: 8F-G-H
- bijwoord via de methode online bij  
4.5 grammatica  II: 16H-I-J
- lezen via de methode online bij lire, menu au choix : Lire extra I & II
- écrire, laten nakijken door je docent

 






Slide 18 - Slide

examen blanc
  1. 10 min: alleen maken in stilte
  2. 5 min: hulp van je boek (in stilte nog steeds)
  3. 5 min: hulp van buurman/vrouw


Antwoorden komen op de classroom 2 dagen voor de toets Frans.

Slide 19 - Slide