vendredi le 28 mars

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Coucou!

Au programme

- herhaling ww devoir en bijwoord

 

Bientôt le contrôle de français!

LIRE EXTRA 1  gemaakt?

Nakijken online via de methode:

4.2. lire. menu au choix. lire extra I

Vertaal: zij moeten (mmv)

1. ils devent
2. ils doivent
3. il doit
4. ils doivont

Vertaal: hij zal moeten

1. il devra
2. il devrait
3. il a dû
4. il doivra

Vertaal: jullie moesten

1. vous devez
2. vous avez dû
3. vous doiviez
4. vous deviez

Vertaal: ik heb moeten

1. j'ai du
2. je suis dû
3. j'ai dû
4. j'ai devoir

Het bijwoord zegt iets over:

1. een werkwoord
2. een bijvoeglijk naamwoord
3. een ander bijwoord
4. de hele zin

Maak een bijwoord: facile

Maak een bijwoord: malheureux

Maak een bijwoord: seul

Maak een bijwoord: sportif

Vertaal: beter

Vertaal: goed

Vertaal: slecht

unité 4 oefenen?

 - woordjes apprendre 1-2-4-6-8 via studygo, quizlet, flashcards etc..

- verbe devoir (p. p.c imp en futur) met verbuga.eu en via de methode online 

4.3 grammatica I: 8F-G-H

- bijwoord via de methode online bij  

4.5 grammatica  II: 16H-I-J

- lezen via de methode online bij lire, menu au choix : Lire extra I & II

- écrire, laten nakijken door je docent