CP4, H8.1: Het Sinterklaasfeest

Welkom!

CP4: H8.1 'Het sinterklaasfeest'

1 / 29
next
Slide 1: Slide
NT2Middelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

Welkom!

CP4: H8.1 'Het sinterklaasfeest'

Slide 1 - Slide

Programma

  • huiswerk bespreken
  • praten over een Nederlandse gewoonte
  • rollenspel
  • woordenschat

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • ik leer over de perfectum met een prefix
  • ik leer  praten over een Nederlandse gewoonte
  • ik oefen met de woorden van H8.1

Slide 3 - Slide

Je mening geven
Je mening geven

Slide 4 - Slide

Sinterklaas?

Slide 5 - Slide

woorden
Sinterklaas

Slide 6 - Mind map

Slide 7 - Video

Grammatica: participium met een prefix (p. 217-218)

participium/perfectum: Piet heeft niet geslapen.

prefix: ge-, ver-, be-, ont-, er-, her --> geen 'ge-'



Slide 8 - Slide

Een voltooid deelwoord begint bijna altijd met ge-.

maar kan ook beginnen met 
be- (bedanken - bedankt)
ver- (vertellen -verteld)
ont- (ontdekken - ontdekt)
her- (herinneren - herinnerd)
aan het begin van een werkwoord. 
Deze voltooide deelwoorden krijgen dan geen extra ge meer!

Slide 9 - Slide

Wij hebben .................. (leven)

Slide 10 - Open question

Onze premier heeft zich niets .................... (herinneren)

Slide 11 - Open question

De bakker heeft de ingrediënten goed ................. (mixen)

Slide 12 - Open question

Skiën heeft hij nooit ................... (durven)

Slide 13 - Open question

Wie heeft de burgemeester .....................? (ontmoeten)

Slide 14 - Open question

Ben je nog lang op het feest .................? (blijven)

Slide 15 - Open question

Mijn schoonzoon heeft de marathon ..................... (lopen)

Slide 16 - Open question

Jij hebt de opdracht niet goed ...................... (begrijpen)

Slide 17 - Open question

Mijn vriendin heeft lekkere broodjes ................. (kopen)

Slide 18 - Open question

Het dameskoor heeft erg vals ................... (zingen)

Slide 19 - Open question

De oma van Paul heeft mij ................ (helpen)

Slide 20 - Open question

De mensen hebben een nieuwe regering ...................... (kiezen)

Slide 21 - Open question

Zij hebben de broodjes in de oven ..................... (afbakken)

Slide 22 - Open question

Spreken: opdr. 4.1 (p. 218-219)

Werk samen (15 min).

Daarna bespreken we de antwoorden.

Slide 23 - Slide

opdr. 6.1

Ik vind dat ...
Mijn mening is dat ...

Ik ben het met je eens. /Ik vind dat je geen gelijk hebt. 
Ik ben het niet met je eens.

Belangrijk / niet belangrijk 


Slide 24 - Slide

Gesprek voorbereiden (opdr. 6)

Je krijgt een werkblad van je docent.

Je docent zegt welke rol je krijgt: leraar (A) of ouder (B)


Slide 25 - Slide

Presentatie voorbereiden: opdr. 7.1
  • Kies een tekst op het werkblad dat je krijgt van de docent.
  • Lees de tekst en zoek het antwoord op de vragen van 7.1.
  • Bereid een presentatie voor  over het volksfeest m.b.v. de antwoorden van 7.1. 
  • Woensdag geef je je presentatie in de les.

Slide 26 - Slide

Verbindingen
aan iets komen = Als je studeert, kom je aan een diploma.
de bel gaat = Als de bel gaat, doe ik open.
de schoen zetten = Als Sinterklaas komt, zet je je schoen bij de schoorsteen.
in verband brengen met = December breng ik in verband met Sinterklaas.
lootjes trekken = We hebben tijdens de lerarendag lootjes getrokken.
uit naam van iemand = namens
uitgroeien tot iets/iemand

Slide 27 - Slide

Idioom
binnen de perken houden = ervoor zorgen dat iets niet ergen wordt
de deur uit (doen/zijn) = pakketje/brief versturen
het loopt storm = er komen veel mensen (bij de winkel)
in het teken van iets/iemand = in teken van duurzaamheid willen sommige partijen weer gebruik maken van kernenergie
onder vuur liggen = negatief, veel kritiek
op (een idee) komen = je hebt een idee

Slide 28 - Slide

Wat heb ik geleerd?

  • ik leer over het perfectum
  • ik leer praten over een Nederlandse gewoonte
  • ik oefen met de woorden van H8.1

Slide 29 - Slide