BK2 Theme 1 10

English
October 30th
1 / 15
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

English
October 30th

Slide 1 - Slide

Planning
1. Check aims 
2. Past Simple - irregular verbs (grammar recap)
3. Writing
4. Watching
5. Quizlet Live

Slide 2 - Slide

Ik kan in korte zinnen vertellen wat ik in de vakantie heb gedaan.
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 3 - Quiz

Ik kan werkwoorden in de verleden tijd zetten en gebruiken (Past Simple).
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 4 - Quiz

Ik kan onregelmatige werkwoorden (1-10) in de verleden tijd zetten en gebruiken (Past Simple).
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 5 - Quiz

Past Simple
Regular vs. irregular

Regelmatig vs. onregelmatig

Slide 6 - Slide

Past Simple
Regelmatige werkwoorden

- Werkwoorden die de basisregel volgen

ww + ed

Let op!
Stop - stopped
Study - studied


Onregelmatige werkwoorden

- Werkwoorden die geen regel volgen
- Leren, leren, leren...

Textbook p. 144

To become - became - become 

Slide 7 - Slide

Choose
Extra uitleg over de Past Simple - onregelmatige werkwoorden
of
Oefenen met onregelmatige werkwoorden
1. Werkblad
2. Quizlet of leren met het boek 
(textbook p. 161)

Done?
Maken: Writing opdracht
Leren: Onr. ww 1 t/m 10 (textbook p. 161)


Slide 8 - Slide

Writing
Stuur naar: 
e.doldersum@vechtdalcollege.nl 
of lever in op papier
What did you do during the autumn holiday?
Wat heb jij tijdens de vakantie gedaan?

Write at least 6 sentences
Schrijf minstens 6 zinnen
Write at least 3 past simples
Schrijf minstens 3 past simples
Done? Quizlet


Slide 9 - Slide

Watching
1. Lees 'What's bonfire night?' en maak opdr. 27
(textbook p. 15/act. book p. 21)

2. Bekijk de clip samen en maak opdr. 28

Slide 10 - Slide

Ik kan in korte zinnen vertellen wat ik in de vakantie heb gedaan.
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 11 - Quiz

Ik kan werkwoorden in de verleden tijd zetten en gebruiken (Past Simple).
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 12 - Quiz

Ik kan onregelmatige werkwoorden (1-10) in de verleden tijd zetten en gebruiken (Past Simple).
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 13 - Quiz

Dit vind ik nog lastig:

Slide 14 - Open question

Slide 15 - Slide